Menu

De meeste patiënten met depressie worden in de eerste lijn behandeld. Hierbij worden (te) vaak antidepressiva voorgeschreven, terwijl de meerderheid van deze patiënten eerder een psychologische behandeling blijkt te verkiezen.

Hoewel de arts-patiëntcommunicatie en de invloed van man/vrouw al vanuit vele gezichtspunten onderzocht werden, is het verrassend hoe relatief weinig onderzoek is gebeurd naar de voorkeuren van mannelijke patiënten over hun communicatie met (huis)artsen.

Voldoende slaap blijkt uit meerdere onderzoeken geassocieerd te zijn met een aantal gezondheidsvoordelen, zoals een geassocieerd lager risico op ischemische hartziekten. Naast het verband met dergelijk potentieel levensbedreigende aandoeningen heeft men in het verleden ook al gekeken naar het verband met meer banale, maar wel frequentere aandoeningen zoals een verkoudheid.

De huisarts ziet vaak patiënten met chronische lagerugpijn. Slechts een beperkt aantal interventies kunnen een verbetering over een langere termijn aantonen. Oefentherapie onder begeleiding heeft een matig gunstig effect.

Australische onderzoekers gingen na wat de prevalentie is van somatisatie (multipele somatische klachten én hypochondrie én hulpzoekend gedrag) bij patiënten in de huisartsenpraktijk, hoe deze zich verhield tot de prevalentie van psychologische distress (psychisch lijden met symptomen van depressie of angst) en in welke mate huisartsen somatisatie herkennen.

Het is bekend dat volwassenen die gemiddeld weinig tot matig alcohol verbruiken, minder cardiovasculaire ziekte vertonen dan andere volwassenen. Dit wordt vaak voorgesteld met een J-vormige curve waarbij volwassenen met het laagste risico zich in het dalpunt van de J bevinden.

Het verband tussen overgewicht en slaapapneu berust vooral op observationeel onderzoek uit het verleden. De ‘evidence base’ om aan deze groep patiënten systematisch gewichtsreductie aan te bevelen is echter zwak en vooral gebaseerd op kleinere studies waaronder ook een aantal niet-gecontroleerde.

We zien in de huisartsenpraktijk nogal wat mensen met klachten die we noodgedwongen klasseren onder Medisch Onverklaarde Klachten (MOK). Gelukkig zijn een aantal van deze klachten zelflimiterend waardoor de problemen zichzelf oplossen. Patiënt tevreden, wij tevreden.

In de huisartsenpraktijk zijn er nogal wat situaties waarbij de problematiek van de patiënten vooral van psychologisch aard is. Soms voelt de huisarts zich voldoende competent en/of is hij voldoende geëngageerd om dit zelf aan te pakken, maar in andere situaties zal hij de patiënten doorverwijzen naar een psychotherapeut.

Kleuters vaccineren is niet leuk. De kleuter zal de nare prik toch altijd voelen en door die narigheid wordt de vaccinator in latere contacten geassocieerd met dreigend onheil. Het loont dus de moeite om te zoeken naar manieren waardoor de kleuter die prik minder pijnlijk kan beleven.