Menu

Ook de maanden juli en augustus zijn voor de Wetenschappelijke Vereniging der Vlaamse Huisartsen een komkommertijd.

Het jaarlijkse bezinningsweekend is voor de vereniging een moment waarop men alles eens duidelijk op een rijtje zet, bestudeert en aan kritiek onderwerpt, waarop men konklusies trekt, voorstellen formuleert en prioriteiten kiest.

Reeds enkele malen werd in het kader van een editoriaal als dit een oproep gelanceerd, gericht op grotere medewerking, niet in het minst van de kant van de «jongeren».

Het is verrassend, vast te stellen dat vanuit zoveel diverse hoeken zo verschillend naar de WVVH wordt gekeken.

De onweerstaanbare drang naar vernieuwing, bij de ene sterker aanwezig dan bij de ander, drijft de mens naar «verandering», naar de vooruitgang.

De huisarts als gezondheidsmedewerker in een wetenschappelijk en maatschappelijk verantwoorde gezondheidszorg, vervult zijn juiste en enig mogelijke taak.

Reeds geruime tijd heeft de W.V.V.H. de specifieke problematiek van de bejaardenzorg onderlijnd.

De WVVH stelde dit jaar de jongerenwerking prioritair, en wel om verscheidene redenen.

Regelmatig wordt in de richting van de WVVH gekeken, wanneer de extra-muros debatten over aanbodsbeheersing en numerus clausus oplaaien.

De plethora in zijn totaliteit dient aangepakt, het is een realiteit. Ik weet wel, er zijn velen die zeggen, het is nu al te laat.