Menu

Het behoort tot de regels van de W.V.V.H. dat er om de vier jaren een nieuwe voorzitter gekozen wordt. Drie voorgangers hebben tot op heden hun stempel op de evolutie van de W.V.V.H. gedrukt. De waarde van hun werk mag blijken uit de vlucht die de huisartsgeneeskunde in Vlaanderen genomen heeft.

Urgenties irriteren de huisarts nogal vaak. Ze storen onze nachtrust, onze maaltijden, onze siësta. Soms lijkt het vals alarm, vaak ook niet, je weet niet goed wat aanvangen, je voelt je onveilig of je vindt de verantwoordelijkheid wel wat bedreigend.

Het is niet zo maar toeval dat de huisarts opnieuw in de belangstelling aan het komen is.

Om het wetenschappelijk onderzoek omtrent huisartsgeneeskunde in eigen hand te houden hebben entoesiaste Engelse huisartsen enkele jaren geleden een « Research-Club » opgericht. Het initiatief kende een enorm succes. In Engeland bestaat nochtans een lange traditie in de research omtrent huisarts en gezondheidszorg. Alles prima georganiseerd door een plethora van colleges, research komitee’s en universitaire centra. Toch hadden de huisartsen er behoefte aan zelf te leren hoe het moet, en onderling te bepalen wat ze belangrijk en minder belangrijk vinden.

Morgen krijgt de nascholing hechtere vorm. De opbouw zal veel materiaal en kundig vakmanschap vergen. Daarom is het nu de hoogste tijd dat wij, huisartsen, onze gedachten terzake inkleden.

Weer werden diploma’s uitgereikt. Weer groeit de artsenfamilie. Denk even terug aan de luister van uw eigen promotie... aan de rechtmatige fierheid die u toen bezielde... aan de verwachtingen waarmee u de huisartswereld binnenstapte. Verre herinneringen ? Verwerkte emoties ?

Huisartsgeneeskunde ! ! Er werd reeds een hele weg afgelegd, ...ook door de W.V.V.H. Het begon allemaal heel schuchter met provinciale lessen, fonodidaktische banden, later ons tijdschrift Huisarts nu. Ideeën omtrent integrale functie van de huisarts kregen gestalte.

Boeiend moeilijk is het huisarts te zijn ! Boeiend omdat wij, dichter dan wie ook, bij het levende leed staan. Moeilijk omdat er zo veel aan te pas komt dat wij door zelfstudie en zelfwerk moeten leren.

Sedert haar oprichting heeft onze vereniging zich aktief beziggehouden op alle domeinen, die met huisartsgeneeskunde ook maar iets te maken hebben. Wie herinnert zich niet de eerste nascholingsinitiatieven, die op provinciaal vlak doorgingen.

Nooit zenuwachtig geworden, als de patiënt je vertelt dat hij alvorens op het spreekuur te komen, reeds pillen nam ? Neen ? Ook niet als hij antibiotika slikte, of als het gebeurde op aanraden van de buurvrouw-verpleegster ?