Menu

Het klinisch onderzoek blijft voor de huisarts de belangrijkste informatiebron. We zullen trachten het probleem «lymfadenopatie» systematisch te benaderen, zodat we het hoogst aantal gegevens uit dit onderzoek halen. Aan de hand van die gegevens vragen we dan enkele gerichte onderzoeken aan. Op het einde volgt nog een overzicht van de meest voorkomende etiologieën.

Over de grenzen heenkijken is voor huisartsen niet zo een eenvoudige zaak. Het vraagt tijd, organisatie, maar boven alles belangstelling voor die verschillende manieren waarop tienduizenden huisartsen in de meest verscheidene systemen en landen werken aan wat de W.G.O. als «primary health care» omschrijft. Voor wie de moeite neemt is het één verrijkende ontdekkingstocht. We gingen dan ook graag in op de uitnodiging van de Royal College of General Practitioners om aan het jaarlijks Symposium deel te nemen, samen met 250 Britse huisartsen in het Mermaid Conference Centre.

Wanneer we met een amenorree gekonfronteerd worden, is het eerste probleem dat meestal dient opgelost te worden de vraag of er zwangerschap is of niet. Daarom is het dikwijls noodzakelijk reeds vroegtijdig na het uitblijven van de menses een beroep te kunnen doen op een betrouwbare test. Deze studie poogt hierop een antwoord te geven. Tevens wordt er even ingegaan op de hanteerbaarheid, duurtijd en kostprijs van de testen voor de huisarts.

De problematiek van de patiënte, waarover we het in de volgende bijdrage zullen hebben, kan niet met één diagnoseterm omschreven worden. Het betreft een vrouw die raadpleegt voor achterstand in de menstruatie. Voor zover ze zelf weet is ze niet zwanger. Ze gebruikt momenteel geen pil, ze heeft deze ook niet recent gestopt, en ze heeft ook geen spiraal (IUCD). Neen, ze heeft niet direkt een verklaring voor dit verschijnsel en wendt zich met het probleem tot haar huisarts.

De schijnbare tegenstelling die kon bestaan tussen de akademisch gedoceerde theorie van geneeskundig handelen en de haalbaarheid daarvan in de HA-praktijk was de aanleiding tot de vorming van een werkgroep «huisartsgeneeskundig handelen» binnen het akademisch centrum voor HA-geneeskunde aan de K.U.-Leuven.

Het idee dat er een relatie zou kunnen bestaan tussen kanker en bepaalde psychische aspekten van het menselijk leven is zeker niet nieuw. Zo bv. stelde Galenus reeds in de 2de eeuw vóór Kristus dat hij geobserveerd had dat borstkanker meer voorkwam bij melancholische vrouwen dan bij sanguinische vrouwen. Vele eeuwen later, in 1846, schreef Walshe dat bepaalde emoties een slecht funktioneren van het zenuwstelsel veroorzaken en dat dit kan bijdragen tot het ontstaan van kanker. Rond het jaar 1930 begonnen sommige van Freuds leerlingen, zoals Groddeck en Jeliffe zich te interesseren voor een...

Wanneer een patiënte een gezwelletje in de borstklier vaststelt zal ze meestal in paniek de huisarts raadplegen en minder dikwijls de gynekoloog.

Borstvoeding heeft duidelijk voordelen. De moeders moeten echter psychologisch en technisch ondersteund worden. Artsen krijgen in deze tekst de nodige achtergrond-informatie.

Tussen de congenitale misvormingen van de thorax verdienen de trechter- en kippeborst onze aandacht: ribafwezigheid en sternumfissuur zijn daarentegen erg zeldzaam. Borstwandmisvormingen worden sinds de oudheid beschreven doch komen slechts sinds de jaren 1920 in aanmerking voor behandeling. Van 1920 tot op heden evolueerde de interpretatie van deze aandoening op een drastische wijze. Een beter inzicht in de fysiologische en psychologische sekwellen vormen de grondslag van de huidige terapeutische houding.

Het was voor de huisartsen reeds een grote stap in de goede richting toen zij in de advieskommissie voor Kankerpreventie werden opgenomen. Dit gaf aan de WVVH de gelegenheid om mee te werken aan het uitstippelen van een kankerpreventiebeleid dat af gestemd zou zijn op een zo groot mogelijk publiek.