Menu

Voorkamerfibrillatie is na extrasystole de meest voorkomende hartritmestoornis. De prevalentie van voorkamerfibrillatie neemt toe met de leeftijd: meer dan drie kwart van de patiënten met voorkamerfibrillatie is ouder dan 65 jaar. Op dit moment lijden meer dan 8,8 miljoen volwassenen in de Europese Unie aan voorkamerfibrillatie. Dit aantal wordt verwacht te verdubbelen in de volgende 50 jaar door de veroudering van onze populatie.

Trombo-embolieën vormen een relatief frequent voorkomend gezondheidsprobleem. Veneuze trombo-embolieën, meer bepaald diepe veneuze trombose en longembolieën, kennen een incidentie van 1 op 1000 patiënten per jaar. Voorkamerfibrillatie is de meest voorkomende cardiale aritmie: de prevalentie ervan wordt geschat op 1-5% en neemt toe met de leeftijd.

Hoe vaak komt het niet voor dat een huisarts een patiënte als eerste mag feliciteren met een zwangerschap maar haar vervolgens pas terugziet na de geboorte van het kindje? Soms komt ze nog eens terug voor een Boostrix-vaccinatie, maar al te vaak speelt de huisarts een kleine rol in de opvolging van zijn zwangere patiënten.

Eén van de taken van de huisarts is het voorzien van continuïteit in de eerstelijnszorg. Dit impliceert het organiseren van wachten. Huisartsenwachtposten zijn een eigentijdse manier om dit te verwezenlijken. In dit onderzoek wordt de werking van de nieuwe wachtpost Oost- Brabant geëvalueerd en gepeild naar de tevredenheid van de huisartsen en de patiënten. De bekomen resultaten worden vergeleken met deze van de wachtpost Deurne-Borgerhout.

In een huidig landschap van dreigende huisartsentekorten en stijgende medische consumptie is een goede organisatie van de werklast voor huisartsen in Vlaanderen onontbeerlijk. Een antwoord hierop is de huisartsenwachtpost, die de laatste jaren aan populariteit wint. De voordelen zijn duidelijk: verminderde werkbelasting voor de huisarts, betere veiligheid, verlichting van de werkdruk van de spoedgevallen en grotere bereikbaarheid.

In Vlaanderen wordt de evolutie van medische beslissingen aan het levenseinde opgevolgd via grootschalige studies in 1998, 2001, 2007 en recent in 2013.

De vroegtijdige herkenning van palliatieve patiënten is een vrij nieuw gegeven in de Vlaamse huisartsenpraktijken. Momenteel wordt in Vlaanderen vooral de ‘verrassingsvraag’ gebruikt: ‘Zou ik als zorgverlener verbaasd zijn dat de patiënt in kwestie binnen een jaar overlijdt?’

Kwaliteitsvolle vroegtijdige zorgplanning en levenseindezorg krijgen steeds meer aandacht binnen de eerste lijn. Ook in het woonzorgcentrum (WZC) kan vroegtijdige zorgplanning waardevol zijn, indien het juist wordt gehanteerd. In dit onderzoek wordt de implementatie van vroegtijdige zorgplanning in een woonzorgcentrum nagegaan aan de hand van volgende onderzoeksvragen: welke zorgafspraken worden vroegtijdig vastgelegd?

Hoewel een zeer prevalente aandoening, blijft urine-incontinentie vaak een ondergerapporteerd probleem. Slechts de helft tot een derde van de patiënten consulteert met dit probleem een arts. Cijfers uit het EMD van het wijkgezondheidscentrum De Sleep, een praktijk waarvan ongeveer de helft van de patiënten van Turkse origine is, toonden bij deze populatie een wel heel lage prevalentie aan.

Een voordelig voorschrijfgedrag van artsen kan leiden tot kostenbesparing voor patiënten en terugbetalende overheid. Mogelijkheden zijn het voorschrijven van generische middelen, generische substitutie en het voorschrijven op stofnaam. Artsen maken hiervan nog weinig gebruik.