Menu

In Vlaanderen zijn heel wat organisaties actief die informatie kunnen geven aan moeders en hulpverleners, zowel wat de voorbereiding op borstvoeding betreft voor en tijdens de zwangerschap (antenataal consult) als de periode van borstvoeding zelf. Zij kunnen ondersteunen met goede documentatie, in druk en online, up-to-date informatie en vaak ook met vormingspakketten. Hieronder vindt u een overzicht.

De meeste moeders zijn zo gegrepen door het nieuwe, dat ze ondersteuning en herhaling en zeker bevestiging nodig hebben. Het allerbelangrijkste is dat de huisarts de kersverse moeder bevestigt in haar moederschap. Als zij haar instincten laat werken, kan er eigenlijk niet veel misgaan.

Borst- en tepelpijn is frequent bij lacterende vrouwen, maar is niet zo gemakkelijk te diagnosticeren of te behandelen. Het beste is het voorkómen van problemen en als ze er zijn, deze zo wetenschappelijk en gestructureerd mogelijk aanpakken.

Over borstvoeding leven heel wat mythes, die de pasgeborene en de moeder niet altijd ten goede komen. In dit artikel worden de belangrijkste besproken en doorprikt.

Door de moeder uit te leggen welke natuurlijke processen aan de basis liggen van een succesvolle borstvoeding, wordt zij gewapend om het hoofd te bieden aan alle tegenstrijdige informatie van vrienden, media en soms ook van zorgverleners.

Prenatale educatie is zeer belangrijk bij de initiatie van borstvoeding. De aanstaande moeder en haar partner moeten worden voorbereid op het geven van borstvoeding om de slaagkansen te verhogen.

In dit tweede artikel over tien jaar Huisartsenwachtpost Deurne-Borgerhout wordt gekeken naar de gestelde diagnosen. De meeste diagnosen bleken dezelfde als tijdens de normale werkuren.

Naar aanleiding van tien jaar Huisartsenwachtpost Deurne-Borgerhout worden in dit nummer twee bijdragen opgenomen. Dit eerste artikel beschrijft waarom patiënten de huisarts van wacht opzoeken.

De ‘surprise question’ bleek in dit praktijkproject een haalbare methode om een lijst met patiënten te bekomen met wie de arts kan praten over vroegtijdige zorgplanning. Ook het voeren van ACP-gesprek (Advanced Care Planning) verbeterde de communicatie hierover.

In dit tweede deel wordt onderzocht welke barrières huisartsen en cardiologen ervaren bij vroegtijdige zorgplanning bij patiënten met chronisch hartfalen. Een gebrek aan een (postgraduaats)opleiding is momenteel de belangrijkste barrière om dit te bespreken.