Menu

De pulsoxymeter is een klein, gebruiksvriendelijk en betaalbaar meetinstrument. De inzetbaarheid en indicaties zijn voor huisartsen echter niet steeds duidelijk. Er bestaat weinig onderzoek naar de meerwaarde ervan en er is discussie over het afkappunt dat moet aanzetten tot handelen.

Pulsoxymetrie wordt in de huisartsgeneeskunde meer en meer gebruikt. Het is echter onduidelijk wat de precieze waarde ervan is.

Duizeligheid is een frequente klacht én een diagnostische uitdaging voor de huisarts. Als de patiënt een niet-westerse achtergrond heeft, is die uitdaging nog groter. Het is dan belangrijk om tijdens de anamnese de klachten en symptomen juist te benoemen en te communiceren. Klinisch onderzoek is vaak weinig discriminerend. De indeling van duizeligheid in vertigo, presyncope, disequilibrium en niet-specifieke duizeligheid blijkt bovendien vaak niet zinvol. Symptomen zoals episodeduur en uitlokkende factoren hebben meer gewicht en blijken beter te discrimineren.

Het HiPP-project of het ‘Huisarts in Programma Palliatieve Zorg’-project wil de kwaliteit van de palliatieve zorg in de huisartsenpraktijk helpen te verbeteren en optimaliseren. Om dit programma te implementeren in de praktijk werd eerst een pilootstudie gedaan aan de hand van een vragenlijst en facilitatiemomenten in twee opleidingspraktijken. Reeds na de eerste facilitatie waren de betrokken artsen overtuigd van het unieke karakter en de benaderingswijze van het HiPP-zorgpad. Vooral de boodschap dat palliatieve zorg meer is dan louter terminale zorg, sloeg aan. Dit artikel is een...

Mantelzorgers van thuiswonende patiënten met dementie hebben het hard te verduren. Meer dan mantelzorgers van anders chronisch zieken kampen zij met depressieve gevoelens, waardoor de thuiszorg soms abrupt en traumatisch kan eindigen. Een zorgbemiddelaar die samen met de mantelzorger de thuiszorg begeleidt en op een uitdrukkelijke manier aanwezig is, kan de drempel van de hulpverlening en de subjectieve zorglast verminderen. Huisartsen geven bovendien aan nood te hebben aan duidelijke richtlijnen om het zorgproces rond de thuiswonende patiënt met dementie beter te begeleiden. Het aanbieden van...

Kunnen sterven op de plaats waarvoor de patiënt gekozen heeft, is een indicator van de kwaliteit van de zorg aan het levenseinde. Huisartsen verkeren in een gunstige positie om zicht te krijgen op de plaats waar patiënten willen overlijden en om deze wens mee mogelijk te maken.

Deze studie wil het concept beschrijven van het ‘pluis/niet-pluis’-gevoel in de huisartsenpraktijk en de belangrijkste determinanten ervan identificeren. Het gaat om een kwalitatief onderzoek met 4 focusgroepen van 28 Nederlandstalige huisartsen.

Huisartsen hebben nood aan een onderbouwd en op de praktijk gericht zorgprogramma voor palliatieve patiënten. Op basis van het Engelse ‘Golden Standards Framework’ besloot de werkgroep Palliatieve zorg van Domus Medica hierover een project op te starten, dat resulteerde in het ‘Huisarts in Programma Palliatieve Zorg (HiPP). Dit programma wil mee bijdragen aan een verbetering van de organisatie en kwaliteit van de zorg tijdens de laatste levensfase, zowel voor de patiënt als zijn omgeving. Dit artikel is een samenvatting van het onderzoek in het kader van een master-na-masterthesis...

Mindfulness- en cognitieve gedragstherapeutische technieken kunnen de huisarts helpen in de begeleiding van patiënten die lijden aan chronische pijnen, depressie, vermoeidheid,… Milde open aandacht in een geduldige opbouwstrategie is daarbij een essentiële voorwaarde. De patiënt krijgt hierdoor de nodige ruimte om zich de technieken eigen te maken en er zelf op een creatieve en persoonlijke manier mee aan de slag te gaan. In dit artikel worden enkele leerpunten vanuit de cognitieve gedragstherapie en mindfulness toegelicht aan de hand van twee patiëntenverhalen.