Menu

Volgens de auteurs van dit artikel is het in wetenschappelijk onderzoek rond patiëntenzorg belangrijk om een ‘minimal clinically important difference’ (MCID) vast te leggen vooraleer een klinische studie van start gaat.

Niet alleen in de Vlaamse pers, maar ookin de Annals of Internal Medicine wordtde discussie gevoerd of borstkankerscreeningwel een goede balans heeft vanvoor- en nadelen.

Shared decision making wordt steeds meer naar voor geschoven als hét consultatiemodel bij uitstek. Toch stelt zich de vraag of dit model niet preferentieel een hogeropgeleide patiëntengroep bereikt, met individuen die in staat zijn om op te komen voor hun eigen behoeften.

Patiënten met chronisch obstructief longlijden (COPD) kunnen tegenwoordig veilig bètablokkers innemen en zouden hier baat bij kunnen hebben ongeacht of ze een myocardinfarct hebben.

De opsporing en de behandeling van prostaatkanker blijft zorgen voor boeiende onderzoeksgegevens. Nu zijn de gegevens beschikbaar van de Skandinavian Prostate Cancer Group Number 4-studie.

Deze bijdrage komt van de ‘uncertainties page’, een serie in de BMJ die een licht werpt op gebieden van medische praktijk waarover nog weinig evidentie bestaat. Dit keer de vraag of het überhaupt zin heeft om in de eerste lijn screening te doen naar depressie.

Wat u altijd al wilde weten… Het Intermutualistisch Agentschap (IMA) stelt sinds eind 2013 statistieken en indicatoren uit haar databanken online ter beschikking in de IMA-Atlas (atlas.ima-aim.be). Een woordje uitleg.

Roland Grad en zijn collega’s proberen ons warm te maken om een module voor navorming (CME: continuous medical education) te integreren in het elektronisch medisch dossier (EMD; EMR: electronic medical record).

Patiënten verdrinken tegenwoordig in het overaanbod aan (semi)medische informatie, denken aan een of meerdere ernstige aandoeningen en verwachten een diagnostische test ter uitsluiting van hun bange vermoedens. Het lijkt soms een noodzakelijk kwaad om voor eens en altijd komaf te maken met het doemscenario van de patiënt.

Deze prospectieve cohortstudie volgde niet minder dan één miljoen vrouwen (met een gemiddelde leeftijd van 55 jaar) gedurende acht jaar via toegestuurde vragenlijsten. Er werd onder meer gepeild naar hun vroegere en actuele rookgedrag. Gegevens over eventueel overlijden van de participanten werden verkregen via een nationale databank.