Menu

Wanneer je de patiënt actief wil betrekken in de keuze over het al dan niet opstarten van een preventieve behandeling, is het belangrijk dat deze patiënt de juiste informatie krijgt die bovendien begrijpbaar wordt voorgesteld.

Hoe maak je als huisarts het onderscheid tussen een psychiatrische stoornis en psychosociale problemen? Hoe help je mensen inzien dat hun lichamelijke klachten te maken kunnen hebben met psychische problemen?

Hoewel een elektronisch medisch dossier (EMD) de gezondheidszorg kan bevorderen, waren artsen in de Verenigde Staten traag om met het gebruik ervan te starten. Deze studie gaat na in welke mate artsen het EMD in de ambulante praktijk gebruikten, alsook hun tevredenheid over het systeem, het ingeschatte effect op de kwaliteit van zorg en de ervaren drempels bij het gebruik.

Het voorschrijfgedrag van (huis)artsen wordt nauwlettend in de gaten gehouden, met als doel zo kosteneffectief mogelijk voor te schrijven. Tot nu toe konden studies de grote verschillen in voorschrijfgedrag tussen de praktijken echter niet voldoende verklaren.

Naast het specifiek therapeutische effect van een behandeling zijn er ook contextfactoren die maken dat een behandeling min of meer zal aanslaan. Deze niet-specifieke effecten stelt men vaak gelijk met het placebo-effect.

Of het vaststellen van een te hoge bloeddruk in onze dagelijkse praktijk resulteert in het opstarten of intensifiëren van een antihypertensiebehandeling wordt door meerdere factoren beïnvloed. De aanwezige comorbiditeit blijkt daarbij een belangrijke factor te zijn, zo blijkt uit een recent onderzoek in zes eerstelijnspraktijken in Philadelphia (VS).

De financiering van zorgbehoevende ouderen is in België bijna volledig afhankelijk van de beoordeling van hun dagelijkse activiteiten. Hierbij gaat men uit van de veronderstelling dat ouderen slecht functioneren, afhankelijk worden en meer zorg behoeven.

CRP is een marker voor chronische inflammatoire pathologie. Onderzoekers denken al een hele tijd dat er een verband met de ontwikkeling van bepaalde kankers zou kunnen bestaan.

Een niet-ingedaalde testis is een risico voor het later ontwikkelen van testiskanker. De uiteindelijke behandeling is chirurgisch. Het effect van het tijdstip van de ingreep op het risico om testiskanker te ontwikkelen was echter onbekend.

The Royal College of General Practitioners startte in 1968 een grote cohortstudie waarbij het voorkomen van kanker werd vergeleken tussen pilgebruiksters en niet-pilgebruiksters in Groot-Brittannië. Deze studie werd een eerste keer afgesloten in 1996, maar nu zijn er aanvullende data bekend over hetzelfde cohort tot en met december 2004.