Menu

De voorbij tien jaar heeft de huisartsgeneeskunde belangrijke wijzigingen ondergaan, zoals de professionalisering van de hulpverlening buiten de kantooruren door middel van huisartsenwachtdiensten’. De eerste huisartsenwachtpost in Deurne-Borgerhout, opgericht in 2003, is hiervan het meest bekende voorbeeld.

Hoe dikwijls een ziekte in een populatie voorkomt, is een eenvoudige vraag met een zeer complex antwoord. Nochtans is het belangrijk voor verschillende disciplines in de gezondheidszorg om de frequentie van aandoeningen te kennen.

De doelstelling van dit proefschrift was een dieper inzicht te verwerven in de epidemiologie van blaaskanker. Ondanks het feit dat dit een zeldzaam fenomeen is in de huisartsgeneeskunde, zijn er vanuit epidemiologische achtergrond toch wel wat factoren die deze aandoening kunnen verklaren.

Niemand zal eraan twijfelen dat diabetes een belangrijk domein is binnen de geneeskunde, en zeker ook voor de huisartsengeneeskunde. Er is allereerst de wereldwijd stijgende prevalentie van diabetes en daarnaast vindt de laatste jaren een belangrijke verschuiving plaats van de tweede lijn naar de eerste lijn in de zorg aan personen met diabetes.

Twee complexe en delicate onderwerpen: seksuele gezondheid bij allochtonen en de opleiding van toekomstige artsen in intiem onderzoek. Op zich zijn deze onderwerpen al de moeite waard om meer in detail te onderzoeken. Maar Kristin Hendrickx gaat nog een stap verder: zij is ambitieus genoeg om beide onderwerpen in haar proefschrift met elkaar te verbinden.

De titel van dit proefschrift van Mieke van Driel is op zich reeds een uitdaging. Iedereen die het medische bedrijf of de gezondheidszorg kritisch bekijkt, moet vaststellen – en dit niet eens tot zijn verwondering – dat er een kloof blijft tussen de beschikbare medische evidentie en de medische praktijk. Deze kloof wetenschappelijk gaan exploreren lijkt een heikele onderneming. Met een goed kompas en een degelijke kaart lukt het misschien om er te komen.

Een vanuit wetenschappelijk oogpunt uitmuntend proefschrift, luidt de mening van professor Aertgeerts over het ook in de vakliteratuur opgemerkte onderzoek van Catharina Matheï naar de epidemiologie van hepatitis C onder druggebruikers. Of de discussiepunten die hij bij deze studie aanstipt voldoende weerklank vonden in het antwoord van de onderzoekster, laten we over aan de beoordeling van de lezer.

'Indrukwekkend', zo kwalificeert Dirk Avonts het proefschrift van Ann Van den Bruel over het in de eerste lijn signaleren van ernstige infecties bij kinderen in Vlaanderen. Op zijn twee bedenkingen, namelijk te ruraal en te westers gekleurd, vroegen wij de onderzoekster zelf te reageren. En dat deed ze uitgebreid en 'to the point'.

Het proefschrift van collega De Sutter over acute infecties van de neus en de sinussen bestaat uit vijf studies en één aanbeveling voor goed gebruik van antibiotica bij acute rhinosinusitis. Het wordt hier becommentarieerd door Marc Lemiengre, hoofdredacteur. Aanvullend draagt collega De Sutter oplossingen aan voor twee vragen die in haar proefschrift onbeantwoord bleven: welke patiënten hebben baat bij antibiotica en wat kunnen artsen doen om de duur van de klachten te verminderen?

Het proefschrift van dr. Nerée Claes tracht een antwoord te geven op de vraag wat de huidige kwaliteit van het anticoagulantiabeleid is in de Vlaamse huisartsenpraktijk en hoe die door verschillende educatieve en/of ondersteunende interventies kan worden verbeterd. Haar proefschrift wordt hier besproken door Marc Van Nuland en Annick Dermine, redactieleden van Huisarts Nu. Dr. Claes kreeg de kans om hierop een antwoord te formuleren.