Menu

In dit praktijkgerichte artikel vindt u zeer concrete, bruikbare richtlijnen die bijdragen tot een verbetering van de lichamelijke en geestelijke gezondheid van psychiatrische patiënten.

Een harde vaststelling: patiënten die door hun psychisch lijden en de behandeling met psychofarmaca gevoeliger zijn voor een aantal aandoeningen, worden niet altijd op dezelfde manier behandeld als andere patiënten.

In dit artikel bieden we u een overzicht van de evoluties die de geestelijke gezondheidszorg in België heeft ondergaan. Vernieuwde zorgvormen, die zijn afgestemd op de individuele noden van een patiënt, moeten reïntegratie in de maatschappij vooropstellen.

Studies geven aan dat de kwaliteit van ervaringen in de huisartsenpraktijk in de vroege studiejaren bijdraagt tot het kiezen voor huisarts als latere carrière. ‘Work place learning’ in de huisartsgeneeskunde is vooral gestoeld op kwaliteit van supervisie, het in contact komen met een voldoende diversiteit aan patiënten en de mogelijkheid tot onafhankelijk werken.

Zorg moet menswaardig zijn en rekening houden met de verschillende dimensies van de persoon: er is lichamelijke zorg, maar ook psychische, relationele, sociale en zelfs spirituele zorg. Vanuit deze verschillende dimensies kan de hulpverlener waardigheidsondersteunende zorg bieden.

Inzicht in iemands mentale veerkracht of ‘resilience’ kan helpen om ernstige stresssituaties of mentale problemen te verklaren en de mogelijke outcome van de situatie en/of behandeling te voorspellen. Door de hoge correlatie met de kans op burn-out zijn deze veerkrachtsmetingen ook waardevol bij de hulpverleners zelf, om aan die kant van de behandelingstafel beter zicht te krijgen op de kwetsbaarheden en limieten.

Zo'n twintig jaar geleden werd de term 'sarcopenie' geïntroduceerd om het verlies van spiermassa op latere leeftijd te benoemen. Intussen werd in toenemende mate onderzoek gedaan naar de factoren die sarcopenie beïnvloeden en naar de preventie en behandeling ervan.

Hypothermie bij ouderen is een niet te onderschatten symptoom. Het kan een onschuldige oorzaak hebben, maar ernstigere aandoeningen kunnen ook aan de basis liggen. Belangrijk bij bejaarde patiënten is de vraag over het al dan niet ambulant behandelen.

Een optimaal bewegingsaanbod tijdens de eerste levensjaren heeft een positieve invloed op de algemene ontwikkeling van een kind. Het kind moet daarbij zelf kunnen waarnemen en uitproberen. Hoe ouders dit bewegingsaanbod kunnen aanreiken en welke aandachtspunten belangrijk zijn bij baby’s, peuters en kleuters leest u in dit artikel. In een kaderstuk vindt u de theoretische achtergrond.

Vier casussen illustreren hoe een bewegingstoornis de uiting kan zijn van een zeldzame genetische aandoening. Omdat een huisarts vaak voor verschillende generaties van een zelfde familie zorgt, is hij goed geplaatst om een genetische aandoening te overwegen. Bij het artikel vindt u tevens een kort overzicht van de ziektebeelden.