Menu

Studies geven aan dat de kwaliteit van ervaringen in de huisartsenpraktijk in de vroege studiejaren bijdraagt tot het kiezen voor huisarts als latere carrière. ‘Work place learning’ in de huisartsgeneeskunde is vooral gestoeld op kwaliteit van supervisie, het in contact komen met een voldoende diversiteit aan patiënten en de mogelijkheid tot onafhankelijk werken.

Zorg moet menswaardig zijn en rekening houden met de verschillende dimensies van de persoon: er is lichamelijke zorg, maar ook psychische, relationele, sociale en zelfs spirituele zorg. Vanuit deze verschillende dimensies kan de hulpverlener waardigheidsondersteunende zorg bieden.

Inzicht in iemands mentale veerkracht of ‘resilience’ kan helpen om ernstige stresssituaties of mentale problemen te verklaren en de mogelijke outcome van de situatie en/of behandeling te voorspellen. Door de hoge correlatie met de kans op burn-out zijn deze veerkrachtsmetingen ook waardevol bij de hulpverleners zelf, om aan die kant van de behandelingstafel beter zicht te krijgen op de kwetsbaarheden en limieten.

Zo'n twintig jaar geleden werd de term 'sarcopenie' geïntroduceerd om het verlies van spiermassa op latere leeftijd te benoemen. Intussen werd in toenemende mate onderzoek gedaan naar de factoren die sarcopenie beïnvloeden en naar de preventie en behandeling ervan.

Hypothermie bij ouderen is een niet te onderschatten symptoom. Het kan een onschuldige oorzaak hebben, maar ernstigere aandoeningen kunnen ook aan de basis liggen. Belangrijk bij bejaarde patiënten is de vraag over het al dan niet ambulant behandelen.

Een optimaal bewegingsaanbod tijdens de eerste levensjaren heeft een positieve invloed op de algemene ontwikkeling van een kind. Het kind moet daarbij zelf kunnen waarnemen en uitproberen. Hoe ouders dit bewegingsaanbod kunnen aanreiken en welke aandachtspunten belangrijk zijn bij baby’s, peuters en kleuters leest u in dit artikel. In een kaderstuk vindt u de theoretische achtergrond.

Vier casussen illustreren hoe een bewegingstoornis de uiting kan zijn van een zeldzame genetische aandoening. Omdat een huisarts vaak voor verschillende generaties van een zelfde familie zorgt, is hij goed geplaatst om een genetische aandoening te overwegen. Bij het artikel vindt u tevens een kort overzicht van de ziektebeelden.

Jaarlijks wordt een epidemiologisch rapport opgemaakt dat alle geregistreerde gevallen van tuberculose bespreekt. Administratief een hele klus voor alle betrokkenen maar zeer belangrijk om de evolutie en het voorkomen van de ziekte te bestuderen. Net omdat de ziekte nog zeer weinig voorkomt, is het grootste gevaar in landen als België het verdwijnen van de kennis en de expertise.

Bij opvoedingsproblemen hebben ouders vaak een gevoel van mislukking, van tekortkomen, of een schuldgevoel omdat ze weinig beschikbaar zijn voor hun kinderen. De huisarts lijkt dan soms iemand die het allemaal weet, die beschikt over de waarheid of die de oplossing kent. Maar is de huisarts wel een pasklare supernanny? In dit artikel worden een aantal handvatten aangereikt die de huisarts helpen om de pedagogische competenties van ouders te verhogen en hen vooral terug vertrouwen te geven. Op die manier moedigen ze ouders, kinderen en adolescenten aan om zelf hun bouwsel te leren stutten.

Mantelzorgers van thuiswonende patiënten met dementie hebben het hard te verduren. Meer dan mantelzorgers van anders chronisch zieken kampen zij met depressieve gevoelens, waardoor de thuiszorg soms abrupt en traumatisch kan eindigen. Een zorgbemiddelaar die samen met de mantelzorger de thuiszorg begeleidt en op een uitdrukkelijke manier aanwezig is, kan de drempel van de hulpverlening en de subjectieve zorglast verminderen. Huisartsen geven bovendien aan nood te hebben aan duidelijke richtlijnen om het zorgproces rond de thuiswonende patiënt met dementie beter te begeleiden. Het aanbieden van...