Menu

In deze laatste bijdrage van dit themanummer schotelen we u enkele feiten en cijfers voor over het ICHO en de opleiding van Vlaamse hibo’s. We schetsen vooral overzichtscijfers: het aantal betrokkenen in het ICHO-netwerk, een historisch overzicht van het aantal hibo’s per jaar en een prognose voor de toekomst, gegevens over in- en uitstroom, over de vervrouwelijking van het beroep en enkele beschrijvende parameters over de praktijkopleiders en coördinatoren.

Op het einde van het negende jaar van het curriculum (of het derde jaar van de huisartsenopleiding) legt de student huisartsengeneeskunde een eindproef af. De resultaten hierop bepalen of hij het diploma van huisarts behaalt of niet. De eindproef is gebaseerd op het takenpakket van de huisarts en probeert op een zo betrouwbaar mogelijke manier de praktische competentie van de huisarts in spe te toetsen. In dit artikel beschrijven we waaruit deze eindproef bestaat en hoe ze wordt ontwikkeld.

Vooraleer praktijkopleider te worden is het goed een aantal zaken op een rijtje te zetten: ben ik bereid tijd te maken voor opleiding? Is mijn praktijk hier wel geschikt voor? Wat zijn mijn echte motieven om hibo’s op te leiden? Zal ik graag opleiden, met alles wat daarbij komt kijken? En ben ik bereid om als persoon en als huisarts af te leren en bij te leren? Zelfs al is de beslissing om praktijkopleider te worden weloverwogen, dan nog zijn er valkuilen die je niet meteen kunt voorzien. Nochtans betekent het praktijkopleiderschap, zoals we in dit getuigenis kunnen lezen, op verschillende...

In de beroepsopleiding van huisartsen is de praktijkopleider een belangrijke schakel. Praktijkopleider worden doe je dan ook niet zomaar, die keuze moet doordacht gebeuren. Er komt uiteindelijk heel wat bij kijken: je moet niet alleen gemotiveerd zijn, maar ook de nodige inspanningen leveren om, naast het ontwikkelen van de eigen vakbekwaamheid, ook agogische competentie te verwerven. Dit artikel beschrijft de educatieve theorieën die aan de basis liggen van de praktijkstage en de begeleiding van praktijkopleiders, en schetst daarnaast hoe een interuniversitaire omgeving zoals het ICHO de...

Tijdens hun tweejarige opleiding aan het ICHO kunnen hibo’s (facultatief) kiezen voor een tijdelijke stage in het ziekenhuis van minstens zes maanden tot een jaar. Nu lijkt het ziekenhuis niet onmiddellijk de ideale setting om een huisartsengeneeskundige leeragenda in te vullen. En toch zou volgens de literatuur en ervaringen binnen het ICHO deze stage een meerwaarde bieden, tenminste als ze wordt bijgestuurd. De resultaten van een enquête uit 2002 bij 30 hibo’s en een interview uit 2005 bij ziekenhuis-praktijkopleiders tonen dat er zeker nog inspanningen kunnen worden geleverd om de...

Het hiboforum is een vzw opgericht voor en door huisartsen in beroepsopleiding (hibo’s) om hun belangen op verschillende niveaus te verdedigen.

Sinds 1999 zijn praktijkprojecten een onderdeel van de opleiding tot huisarts. De bedoeling hiervan is de hibo vertrouwd te maken met kwaliteitsbevorderend onderzoek, en zo de werking van de praktijk waar hij stage loopt te optimaliseren en de zorg voor de patiënt te verbeteren. In deze evaluatiestudie werden honderd praktijkprojecten onder de loep genomen en aan de hand van een scoreformulier op een aantal kwaliteitscriteria beoordeeld. Opvallend is dat slechts zeven van de honderd iets zeggen over de betrokkenheid van de praktijkopleider, en dat de hibo’s doorgaans wel literatuur gebruiken...

De beroepsopleiding van huisartsen: wat houdt dit allemaal in voor de hibo? Hoe zit het met zijn werkbelasting? Is de vergoeding navenant? En wat vinden hibo’s zelf van het opleidingsprogramma? Om hierop een antwoord te krijgen, werd in 2004 een bevraging gehouden bij alle tweede- en derdejaarsstudenten huisartsengeneeskunde. Uit de resultaten blijkt het grootste punt van kritiek de werkbelasting te zijn. Nochtans levert het ICHO belangrijke inspanningen om voor deze jonge huisartsen de opleiding steeds efficiënter te laten verlopen, zodat zij een juist evenwicht kunnen vinden tussen werken en...

Dagelijks worden in Vlaanderen 84 nieuwe diagnosen van kanker gesteld. Hoewel het taboe rond deze ziekte stilaan is doorbroken en er steeds meer open over wordt gecommuniceerd, lokt kanker voor iedereen die ermee te maken krijgt, een emotionele crisis uit. De psychosociale oncologie houdt zich bezig met de wetenschappelijke studie van de psychosociale aspecten van kanker. In dit artikel wordt een specifiek onderdeel ervan belicht, met name de manier waarop kankerpatiënten omgaan met de gevolgen van de ziekte. De auteur stelt tegelijkertijd enkele lacunes in de hulpverlening scherp en gaat na...

Wanneer een patiënt verneemt dat hij kanker heeft, wordt heel zijn wereld op zijn kop gezet. Toch bezit hij de kracht om zich te blijven motiveren, op voorwaarde dat er hoop is. De huisarts speelt hierin een weinig benijdenswaardige rol. Immers, hoe vertelt hij zijn patiënt wat er met hem aan de hand is. Hoe zegt hij hem dat de voorbije behandeling geen genezing heeft gebracht? De huisarts moet daarenboven rekening houden met het incasseringsvermogen van zijn patiënt. Het verhaal van Mathieu Snykers is verhelderend. Het is een voorbeeld van hoe moeilijke levensomstandigheden vaak meer...