Menu

Dit 199 pagina's tellende boek is een vertaling van de derde editie van de IAHPC Manual of Palliative Care van the International Association for Hospice and Palliative Care.

In eerste instantie riep dit kleine boekje wat weerstand op. Zelfs met behulp van het dikke DSM-5-handboek is het moeilijk om mensen met een psychische stoornis in een classificatiesysteem te wurmen. Hoe kan je dit dat doen met behulp van een minigids?

‘Burn-out is het nieuwe fibromyalgie’ hoor je wel eens fluisteren in de wandelgangen. Wat beide patronen in elk geval gemeen hebben, is de machteloosheid die ze oproepen bij patiënten, hun naastbetrokkenen en hun hulpverleners. Dit boek biedt minstens een interessant en verrassend uitgangspunt. Een burn-out ontstaat volgens de auteurs omdat er een unipolaire levenshouding is ontstaan, met een overmaat aan actief zijn, denken, willen, moeten.

Dit boek wil het maaltijdgebeuren bij personen met dementie centraal stellen in al zijn facetten. De auteur belicht terecht niet enkel het maaltijdgebeuren vanuit haar logopedische achtergrond, maar benoemt ook omgevingsfactoren, houdingsfactoren, mondhygiëne, rol van medicatie,… De lijst professionals en omstaanders die in ideale omstandigheden allemaal betrokken zouden moeten zijn bij het voedingsmoment van de persoon met dementie, is indrukwekkend lang.

Dit zakboekje is voornamelijk gericht op de primaire opvang van het brandwondeongeval en de verwijzingscriteria (gericht op de gezondheidszorgorganisatie in Nederland).

Dit boek vormt het derde deel in een reeks van vier boeken over communicatie in de gezondheidszorg. In het eerste boek ‘Aan weerszijden van de stethoscoop. Over kwaliteit van zorg en communicatie’ werd vooral aandacht gegeven aan modellen die aantonen hoe men een vertrouwensrelatie met de patiënt opbouwt.

Eindelijk, dacht ik, een ‘checklist-manifest’ waarin ik leer nooit meer aan een uitstrijkje te beginnen zonder het swabje klaar te leggen. Geen gehandschoend gepruts meer, terwijl de vrouw geduldig wacht met het speculum ter plaatse.

Transgenderzorg is relatief nieuw, waardoor de huisarts maar zelden met deze problematiek geconfronteerd werd. Toch is er een duidelijke evolutie merkbaar; zo was er ook een aanpassing van de wetgeving in 2007.

Als startende praktijkopleider werd mijn aandacht getrokken naar dit boek. Wat doet een praktijkopleider en wat betekenen STACO en ROC ook alweer? Een blik op de inhoudstafel zal vele opleiders doen watertanden: sollicitatiegesprekken, opleiden op de werkvloer, werkplekleren, disfunctionerende aios,…

Dit boek biedt een wetenschappelijk onderbouwde fundering bij het klinisch onderzoek, de diagnose en het uitvoeren van specifieke testen bij patiënten met klachten aan het bewegingsapparaat. Een indrukwekkende lijst van referenties is daarvan getuige. Dit boek is in de eerste plaats bedoeld voor de Nederlandse patiënten die zich rechtstreeks aanmelden bij de fysiotherapeut.