Menu

Het vorige nummer van Huisarts Nu lag nog maar net in de brievenbus of een attente collega kroop in zijn pen. Het artikel over ‘intermittent vasten’ had hem geprikkeld en hij bleef wat op zijn honger zitten. Is de boodschap wel voldoende onderbouwd?

De vakantiemaanden geven ons welzijn altijd wel een boost. In groten getale zoeken we zee, zon, bergen en natuur op. De reden is duidelijk: het doet ons goed. En dat straalt ook af op de patiënten die ons contacteren. Er zijn naast de zomerkwaaltjes en vakantiegerelateerde gezondheidsproblemen, ook de routine medische taken, maar de sfeer in de praktijk en op huisbezoek voelt toch wat relaxter dan tijdens de andere maanden van het jaar.

Je moet het ze het nageven. De spindokters van de tabaksindustrie hebben de laatste jaren een sterk staaltje marketing laten zien. Uitgeduwd in de asbak van de meest vervuilende persoonlijke pollutie, kwamen ze als een sfinx tevoorschijn met een welriekend nieuw product, de e-sigaret. Vapen, het inhaleren van een aerosol van smaakstoffen, is het nieuwe roken.

U hebt een historisch nummer van Huisarts Nu in handen: het eerste van de 50ste jaargang. Ook historisch is de tijd waarin we momenteel (moeten) leven.

Het allerlaatste vangnet van onze ziekte­verzekering, de Dringende Medische Hulp, werkt niet zoals bedoeld en frustreert alle betrokkenen: artsen, sociaal werkers en natuurlijk ook de patiënten zonder wettig verblijf. Met het streefdoel van een algemene vaccinatie tegen COVID-19 in het achterhoofd hebben de naar schatting 150 000 mensen zonder wettig verblijf recht op een beter vangnet.

Het nieuwe normaal dient zich aan, maar voor huisartsen is geen enkele werkdag een ‘normale’ dag. Steeds is er dat boeiende moment van onverwachte inzichten en dankbaarheid van patiënten.

In de jaren zeventig was het medisch landschap vooral specialistisch georiënteerd. Stevige eiken van internisten en statige beuken van chirurgen stonden in het bos. Zij maakten hét beeld van de florerende medische vooruitgang met de uitgroei van takken van subspecialisatie en het opgroeien van scheuten van poliklinieken.

De epidemie van COVID-19 gaat maar niet liggen. Telkens als het virus lijkt te landen op de baan van sociaal geïntegreerde infecties, komt er een doorstart en stijgen de besmettingen in een rotvaart naar omhoog. We hebben al enkele landingspogingen achter de rug, maar zelfs de bekwaamste virologen/epidemiologen en geëngageerde beleidsmakers kunnen vanuit de controlekamer blijkbaar geen definitieve landing in gang zetten.

In dit extra dik nummer van ­Huisarts Nu staat het thema ‘samenwerken’ centraal. Dat is niet verwonderlijk binnen het kader van deze jubileumeditie van het wetenschappelijk tijdschrift, want in de voorbije vijftig jaar is er heel wat veranderd.

Dit nummer van Huisarts Nu kan niet rond het buikgevoel. Het start op pagina 169 met een samenvattende vertaling van een reviewartikel over obesitas en het verloop van een COVID-19-­infectie. Het eindigt met een artikel van Naomi Van den Eede op pagina 184 rond de huidige behandeling van scabiës die niet langer de bestaande richtlijn volgt.