Menu

Mocht er een olympische medaille bestaan voor hypochondrie, dan wint Didier met de vingers in de neus de gouden plaque. Didier is een krasse slanke zestiger, wandelt veel, speelt trompet op hoog niveau en geniet, zoals men zegt, van een welverdiend pensioen. Dat pensioen geeft hem echter meer tijd om zijn symptomen uit te vergroten, zodat somatiseren een soort onbetaalde flexijob is geworden.

Michels papa is heel oud geworden, wel negentig. Hij was een artisanaal ijsventer, maakte ambachtelijk ijs, specialiteit banaan en pistache. Wie kan nu tegen ijs, dat het leven verlengt, zijn? Mocht de prijs van ijs door de stijgende grondstoffen pieken, dan wordt dit toch gesubsidieerd. Alles voor de gezondheid, toch? Met een beetje verbeelding kun je het groen als blauw zien en is er nog eens steun voor de correcte strijdende partij.

Zoals het een Noël betaamt, is hij geboren op kerstdag, enkele jaren na de Tweede Oorlog. Goed bewaard, wat van z’n broers en zussen niet gezegd kan worden, want die hebben op relatief jonge leeftijd het tijdelijke met het eeuwige verwisseld wegens hartfalen, na één of meerdere infarctjes.

Onder dokters wordt weleens gezegd dat een huisarts een afspiegeling is van zijn patiënten, of ze tenminste verdient. We leven in een wereld van expert opinions, dus ik laat het aan elke lezer om dit zelf na dit verhaal te beoordelen.

Ghislain is een klassieke Franse voornaam met Germaanse roots. Het betekent ‘speer’ en daar heeft deze patiënt ook iets van weg: ranke verschijning, ondanks zijn 74 jaar, die zich door het leven spietst, altijd gehaast, te voet of op zijn elektrische fiets de lucht doorklievend.

Madame Van Daele wil zo genoemd worden, op zijn Frans, met de naam van haar echtgenoot, niet die van haar. Geen frivoliteiten of intimiteiten met voornamen in de medische relatie.

Ouders als chronische patiënt, opa’s jong gegaan en een leeftijdsgenoot begraven: dat doet iets met een mens, denk ik dan. Zo ook met Alex; hij is nogal van het angstige type en komt vaak op consultatie met veel verwachtingen over de ‘maakbare’ geneeskunst.

Ik heb het niet zo voor patiëntenstop. Ik vind het niet ethisch om patiënten te weigeren en vooral het verhindert om nieuwe leuke mensen in je patiënteel te verwelkomen.

Sjarel is één van de weinige patiënten die ik al kende voor ik mijn studies geneeskunde startte. Ooit was hij als kind mijn buur, in de stad waar mijn wieg stond. Later werd hij mijn mentor voor en bij de aanvang van de zeven jaren aan de unief. Het was niet alleen de anatomie en fysiologie die we deelden, maar ook voetbal. Elk jaar gingen we een paar keer naar de Rode Duivels kijken, toen nog een bescheiden clubje.

Raymond heeft ons verlaten, eer­gisteren, wellicht in de late nacht. Het tijdstip van overlijden kon niet met zekerheid worden vastgesteld. Hij was overigens niet gekend met zware pathologie.