Menu

Levensgewoonten kunnen in belangrijke mate verschillen binnen de grenzen van een land of een specifieke regio. Indien deze gewoonten sterk gerelateerd zijn aan een bepaalde ziekte, dan kan de geografische weergave van het voorkomen van deze ziekte illustreren hoe de onderliggende levensstijl varieert. Het visualiseren van de geografische spreiding van kankerincidentie, gerelateerd aan roken en/of alcohol, kan dan ook een indicatie geven over regionale verschillen in de prevalentie van de risicofactoren.

Het inschakelen van gespecialiseerde diensten palliatieve zorg in de zorg voor mensen met een levensbeperkende ziekte resulteert vaak in een betere kwaliteit van leven en van sterven. Mensen die hieruit voordeel zouden kunnen halen, maken er echter niet altijd gebruik van. Zo krijgen kankerpatiënten vaker palliatieve zorg dan mensen met een andere aandoening. Het is belangrijk om na te gaan waarom mensen geen gebruik maken van deze diensten en waarom sommige groepen meer kans hebben om ernaar verwezen te worden dan andere.

De prevalentie van chronische nierinsufficiëntie (CNI) neemt toe met het ouder worden, tot ongeveer 10% op de leeftijd van 65 jaar en tot 60% bij personen van 80 jaar en ouder. CNI en vooral het eindstadium van de nierziekte (ESNZ) worden erkend als een belangrijk probleem voor de volksgezondheid. De kosten per patiënt in dialyse lopen per jaar op tot meer dan 50 000 euro en er wordt meer dan 1% van het Belgische gezondheidszorgbudget aangewend om deze kosten te dekken. Daarnaast verhoogt CNI het risico op cardiovasculaire events en mortaliteit. Bovendien kunnen veel medicijnen niet worden...

Hartfalen is een progressieve chronische aandoening die wereldwijd en in België een belangrijk en toenemend gezondheidsprobleem vormt. Volgens de meest recente cijfers van het Agentschap Zorg en Gezondheid bedraagt de prevalentie in onze populatie ongeveer 1%. Hartfalen is ook geassocieerd met een belangrijke mortaliteit en elke hospitalisatie doet dit risico nog verder toenemen. Factoren die bijdragen aan de ziekenhuisopnames, zijn onder andere het falen van therapietrouw, het niet tijdig herkennen van alarmsignalen en het niet naleven van preventieve maatregelen. Deze opnames zijn niet enkel...

Een beschrijvend en kwalitatief onderzoek Burn-out bij huisartsen is een ernstig probleem. Reeds in 2005 werd geschat dat 10% van de Belgische huisartsen aan burn-out leed, wat bevestigd wordt in de ons omringende landen. In Frankrijk werd een burn-outprevalentie van 5% gemeten en in twaalf Europese landen haalde 12% van de ondervraagde artsen hoge scores op de drie dimensies van burn-out. Bij een prevalentie van 27,5% voor emotionele uitputting, 25,6% voor depersonalisatie en 12,8% voor het gevoel van verminderde bekwaamheid werden geen statistisch significante verschillen geregistreerd...

Resultaten van een bevraging onder 1300 zorgverleners Tot laat in de 20e eeuw vormden acute ziektes, bepalend voor ernstige ziekte en dood, de belangrijkste uitdaging voor de organisatie van gezondheidszorgsystemen in de Westerse wereld. De laatste decennia is hierin verandering gekomen en neemt het belang van chronische aandoeningen spectaculair toe. Oorzaken hiervan zijn de vergrijzing en de langere overleving van personen met een chronische aandoening. Die verandering in medische epidemiologie zet ons gezondheidszorgmodel onder druk. Eerst en vooral wordt de financiële leefbaarheid bedreigd...

Prospectief observationeel onderzoek naar prevalentie en patient delay Het begrip mictieklachten is een verzamelnaam voor symptomen veroorzaakt door disfunctie van de lagere urinewegen. De klachten kunnen zich op verschillende manieren uiten en kunnen solitair of in combinatie voorkomen. Nycturie, urgency, een zwakke straal, het moeilijk op gang komen van het plassen, een onderbroken urinestroom, noodzaak tot persen, onvoldoende leegplassen en nadruppelen zijn de voornaamste klachten. Mictieklachten kunnen maar zelden worden toegeschreven aan één specifiek orgaan, zowel benigne...

Kwalitatief onderzoek naar voorschrijfgedrag door huisartsen Het (chronisch) gebruik van antipsychotica bij bewoners in Belgische woonzorgcentra (WZC) ligt hoog. In het kader van het PHEBE-project vonden Azermai et al. dat ongeveer een op de drie bewoners (33%), ongeacht de aanwezigheid van dementie, een antipsychoticum toegediend kreeg.1 Bij 93% van hen was dit gebruik chronisch (= langer dan drie maanden). Ook uit cross-sectioneel onderzoek in Brugse woonzorgcentra bleek 29% van de bewoners antipsychotica te gebruiken. Bij dementie worden antipsychotica voornamelijk aangewend om...

Een enquêteonderzoek bij zwangere en niet-zwangere vrouwen Het cytomegalovirus (CMV) is geïdentificeerd als de meest voorkomende congenitale infectie. Ongeveer de helft van de Belgische vrouwen is seropositief bij het begin van de zwangerschap. Seroprevalentie varieert tussen verschillende landen en stijgt met de leeftijd. De geboorteprevalentie van symptomatische CMV-infecties wordt geschat op 0,07%.2 Momenteel bestaat er geen afdoende behandeling: prenatale toediening van orale gancyclovir wordt onderzocht alsook de toediening van hyperimmune gammaglobulines. In afwachting van de...

Een critical incident analyse in de regio centraal West-Vlaanderen Acht procent van de volwassen Belgen heeft diabetes, waarvan meer dan negentig procent diabetes type 2. Beleidsmakers gaan daarom op zoek naar manieren om deze patiënten zo goed mogelijk te begeleiden en om kosten te besparen, zowel voor de overheid als voor de patiënt. Een systeem dat hiervoor wordt gebruikt, is het zorgtraject diabetes type 2, waar patiënten sinds 1 september 2009 onder bepaalde voorwaarden kunnen instappen. Bij dit zorgtraject werken de huisarts, de endocrinoloog en een aantal andere zorgverleners samen om...