Menu

Ziekten zoals diabetes verplichten ons om onze concepten te herzien en af te stappen van zowel de louter 'verticale' ziektegerichte aanpak als de louter 'horizontale' aanpak. We moeten komen tot een geïntegreerde aanpak die zowel kwaliteitsgericht als patiëntengericht is.

Chronische aandoeningen zullen een volgehouden inspanning vragen gedurende vele decennia. Een horizontale, geïntegreerde en doelgerichte eerstelijnszorg waarin de zieke en niet de ziekte centraal staat, biedt het beste toekomstperspectief.

Het begeleiden van patiënten met een mentale aandoening (depressie, psychose,...) is voor de apotheker een uitdaging apart. Daarom werd een vormingspakket en softwaremodule ontwikkeld om hierin ondersteuning te bieden.

Deze interessante analyse en commentaarstuk bij het artikel van A. Van Roey biedt zeker stof tot nadenken. De auteur breekt de sportkeuring van jonge sporters open tot maatregelen voor alle jeugd. Preventie begint niet op 60!

Bij dit nummer van Huisarts Nu vindt u de aanbeveling Acute gastro-enteritis. Om de huisarts te ondersteunen wordt in deze aanbeveling uitgelegd wat de risicogroepen en alarmtekens zijn en welke diagnostische, preventieve en curatieve maatregelen in specifieke gevallen nodig zijn.

Bij dit nummer van Huisarts Nu vindt u de kernboodschappen en een handige checklist bij de Domus Medica-aanbeveling ‘Aanvraag van laboratoriumtests door de huisarts’, die later verschijnt.

Anderlecht is een grote stedelijke gemeente in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De gemeente bestaat uit een flink aantal wijken met elk een zeer verschillend gezicht, van het landelijke Neerpede tot het veelbesproken Kuregem.

Elke huisarts die probeert om het gehele evidence-based preventieaanbod aan zijn patiënten te bieden, zal zich realiseren dat hij geen volledigheid kan bereiken.

Wie is de mantelzorger? Hoe kan hij/zij beter worden ondersteund? En welke rol spelen de huisartsen en lokale overheden in deze ondersteuning? Dit commentaarstuk situeert de mantelzorg in Vlaanderen en is een inleiding op de Kruibeke-studie bij mantelzorgers en verzorgden, die op blz. 262 wordt besproken.

Vele collega’s zullen de uitdaging herkennen die ligt in de aanpak van patiënten met de problematieken zoals die in het artikel van S. Blancke over mindfulness en cognitieve gedragstherapie worden beschreven (zie blz. 137). Dat cognitieve gedragstherapie hier een therapeutisch antwoord kan zijn, is bemoedigend.