Menu

Een paar wordt infertiel genoemd wanneer na één jaar poging tot conceptie geen zwangerschap is bekomen (definitie van de Wereld Gezondheids Organisatie). In onze bevolking heeft 10 % van alle paren te kampen meteen probleem van infertiliteit.

Dit artikel is de neerslag van een voordracht door F. Buntinx tijdens de recente, op veel gebieden erg rijke WVVH-inwooncursus over urgenties in Spa. De voordracht behandelde de aanpak van de urgentieproblemen door de huisartsenkring in Maasmechelen.

In het vorige nummer van HUISARTS NU (HANU 1989 (18); 1: 7-9) werd de integrale tekst van M. Lemiengre met zijn voorstelling van het standaard dienstenpakket gepubliceerd. De redactie nodigde de lezers uit hun op-, aan- en bemerkingen neer te schrijven en op te sturen. Onderstaande tekst is de eerste reactie, afkomstig van RI DE RIDDER namens de Initiatiefvereniging voor een Progressieve Gezondheidszorg en de Vereniging van Wijkgezondheidscentra. In het volgende nummer vindt u de reactie van het VBO en een eerste lezersbrief over dit onderwerp.

Er hangt momenteel weer allerlei in de lucht rond de huisartsopleiding. Tegen 1995 zou in de huisartsenwereld veel moeten veranderd zijn. Er wordt geschermd met wetten, reglementen en verplichtingen, door Europa opgelegd. Wat is eigenlijk de grond van de zaak, wat wil Europa, wat wil België en hoe situeert zich hierin de positie van de verschillende betrokken artsengroeperingen. In dit artikel wil ik trachten de belangrijkste elementen op een rij te zetten, om de huisartsen die deze problematiek niet van heel dichtbij volgen, informatie te geven.

De informatie over de beroepsopleiding tot huisarts in Vlaanderen werd gespreid over twee artikels, beide van de hand van D. Leroy. Het eerste artikel, «De beroepsopleiding tot huisarts» biedt een overzicht van feiten en ervaringen en schetst zo een beeld van de beroepsopleiding sinds 1984. Tevens wordt weergegeven hoe de betrokkenen deze opleiding ervaren. Het tweede artikel «Een jonge huisarts aan het woord over de beroepsopleiding» bevat een interview met een jonge arts. Het illustreert de situatie van veel beginnende huisartsen: de start van een praktijk en de betekenis die de seminaries...

Toute une vie is de titel van een film van C. Lelouch waarin hij de levensgeschiedenis vertelt van twee families van het begin van deze eeuw tot nu. Artsen, en huisartsen in het bijzonder, worden vaak deelgenoot gemaakt van een familiegeschiedenis. Zo begeven ze zich echter op een dubbel spoor, waartoe ze eigenlijk niet zijn opgeleid : naast de objectieve, tastbare werkelijkheid van het lichaam, is er ook de subjectieve belevingswereld van de menselijke ervaringen. Klachten en ziekten krijgen vaak een totaal andere betekenis, wanneer men ze bekijkt in het perspectief van een «heel leven». Ze...

In Huisarts Nu (HANU 1989 (18); 1: 7-9) werd de integrale tekst van M. Lemiengre met zijn voorstelling van het standaard dienstenpakket gepubliceerd. De redactie nodigde de lezers uit hun op-, aan- en bemerkingen neer te schrijven en op te sturen. Onderstaande tekst is een reactie vanuit de «Vereniging van Belgische Omnipractici» bij monde van de voorzitter K. Van De Meulebroeke. Meer reacties liggen klaar voor het volgende nummer van HANU.

Bij het behandelen van vage of psychosomatische klachten heeft de huisarts niet meteen een passende verklaring of therapie. Psychosociale factoren kunnen mee aan de basis van de klachten liggen; gedragsveranderingen kunnen therapeutisch zijn. Dit vraagt evenwel tijd en deskundigheid. Is het dan niet makkelijker en veel positiever om maar meteen aan de patiënt met grote stelligheid een diagnose en een behandeling voor te stellen in de hoop dat op die manier de klachten verdwijnen, en in plaats van een negatief beeld van onwetendheid te laten zien ? Enkele recent gepubliceerde artikels in de...

Bij gynaecologisch onderzoek tijdens een controle voor pil of spiraal wordt door menige plaats huisarts frequent een PAP-uitstrijkje gemaakt. Nu is de kans op ernstige maligne afwijkingen bij jonge vrouwen gering, zodat het belang van het preventief gynaecologisch onderzoek in die groep in het gedrang komt. Door fixatie op ernstige aandoeningen zoals kanker, vergeet men vaak dat belangrijke en veel voorkomende seksueel overdraagbare infectieziekten gemakkelijk kunnen worden opgespoord èn behandeld. Deze vorm van «screenen» kan best gebeuren als onderdeel van een anticonceptiebegeleiding.

Het meten van de oogboldruk is een vrij eenvoudige, weinig tijdrovende en gemakkelijk aan te leren techniek die waardevol is voor de screening van chronisch glaucoom. Oogboldrukmeting door de huisarts is uiteraard enkel bedoeld als een screening en niet als diagnostisch middel of om een behandeling te kunnen starten. De oogboldruk is weliswaar een belangrijke parameter doch ook slechts één van de parameters voor de diagnosestelling van dit ziektebeeld.