Ik heb een patiënt die Bernard heet, maar ik noem hem Bernardo. Niet naar een of ander syndroom, maar wel omdat hij me doet denken aan de doofstomme assistent van Zorro.
Hij kwam tergend traag de consultatieruimte binnen, met zijn schouders wat opgetrokken. ‘Heb zo’n nekpijn’, zei hij. Hij leek gespannen, zo’n type patiënt die zelfs als je de onderzoekstafel zou wegnemen, nog op die hoogte zou blijven hangen.
De namen van partners spreken we automatisch in een bepaalde volgorde uit. Jan en Dorien klinkt veel beter dan Dorien en Jan. Nelly en André dus ook en niet André en Nelly, want die combinatie ‘bekt’ niet.
Ik heb een zwak voor Bewust Ongehuwde Moeders, iets minder voor de explosieve afkorting van hun levensfilosofie. Je moet het maar doen, zonder steun van een vaderfiguur een kind op de wereld zetten en ‘opbrengen’.
Alain is een vaste waarde in de praktijk, met zo zijn eigen (eet)gewoontes (zie ook ‘Alain’ in Huisarts Nu 2017, nr. 6). We hebben een common ground bereikt over melk als beleid, wegens aanslepende buikklachten bij deze bourgondische diabetieker met carcinoïd in bijberoep.
Hoe is het om chronisch ziek te zijn en met steeds meer beperkingen te leven? Om tot aanvaarding te komen is gekaderde informatie van de huisarts of specialist van groot belang.
Ik keer in mezelf. Complicaties. Kleine kans. Heb je m’n jaar al bekeken? Dat zal toch niet zijn? Ik zie me nog zitten bij de chirurg, samen met tante Carla.
Maggie is één van die hippe oma’s in onze praktijk. Je kent ze wel onder de slogan ‘70 is the new 40’, een beweging in het leven geroepen door Tina Turner.