Menu

Een gevoel van machteloosheid dreigt altijd als je als arts met psycho-somatische klachten wordt geconfronteerd. Die klachten passen immers dikwijls niet in de vertrouwde diagnostische kaders. Het migrant-zijn van de patiënt maakt het daarbij met eenvoudiger. Tussen de patiënt en de arts bestaan grondige verschillen, niet enkel in taal maar ook cultureel en sociaal. Dit artikel is een verslag van een kwaliteitscirkel waaraan hulpverleners en Turkse vrouwen deelnamen. Gepoogd wordt doorheen het veelvoud van gesprekken een rode draad te vinden. Tenslotte worden ook enkele bedenkingen naar het...

Vroeger reeds stelde de auteur dat de migrant een extra belasting betekent voor de huisartspraktijk als verzorgend systeem. Meestal wordt deze situatie negatief gedefinieerd als «een extra last, extra tijd», enzovoort. Men kan echter ook stellen dat de studie van de migrant zinvol is in verband met het opsporen van zwakke plaatsen in het verzorgend systeem. Zoals in een laboratorium materialen aan een hogere (dan normale) druk worden blootgesteld om zwakheden te ontdekken, zo kan men de aanwezigheid van de migrant ook als een natuurlijk experiment definiëren en onderzoeken. De belangrijkste...

In ons land blijkt een gebrek aan goede communicatievormen de grootste bron van frustraties te zijn bij etnische minderheden. De noodzakelijke sociale contacten van de migrant worden daardoor zowel m kwantiteit als in kwaliteit beperkt. Waar dit op andere domeinen minder verstrekkende gevolgen heeft zal in de gezondheidszorg een gebrekkige communicatie tot een weinig bevredigende hulpverlening leiden, wat zowel door de patiënt als door de huisarts als frustererend ervaren wordt. In deze bijdrage willen we komen tot een inzicht in de belangrijkste aspecten die de interculturele communicatie...

In het vorige artikel behandelden we de fundamenten van statistiek, (De fundamenten van statistiek, aselectering HANU 1989(18), 6:260-263) namelijk het aselectief verzamelen van de steekproef voor een studie. Nu willen we kijken naar de afwerking van het gebouw; wat kan men uit een studie «besluiten» en zijn die besluiten van de vaak zeer enthousiaste auteur wel valabel. In feite komt het neer op afweging: hoe kan men, vertrekkend vanuit de beschouwde studiesteekproef, algemene besluiten trekken voor de gehele populatie.

In het vorige nummer van Huisarts Nu (1989, 8 (oktober)), verscheen het eerste deel van deze fotoreportage. Het microscopisch onderzoek van de urine met de telkamer van FUCHS ROSENTHAL werd toen aan de hand van foto's visueel voorgesteld. In dit deel wordt ditzelfde onderzoek, maar dan aan de hand van het urinesediment fotografisch weergegeven.

Een belangrijke bijdrage tot het demystifiëren van AIDS voor mensen met vragen rond deze ziekte wordt geleverd door de tientallen vrijwilligers die de AIDS-Telefoon wekelijks bemannen. Een greep uit enkele frequent voorkomende vragen en antwoorden maakt veel duidelijk over wat leeft rond AIDS in Vlaanderen.

De HIV-infectie is behandelbaar, maar niet te genezen. Wat te bewijzen was: het fundamentele verschil tussen behandelen en genezen. Er is geen vooruitzicht op een medicijn dat de getroffene kan terugbrengen naar de toestand zoals die bestond voor de besmetting. Je kan die niet ongedaan maken. Eens besmet is altijd besmet. Er is geen definitieve remedie, en er is ook geen vaccin. Restitutio ad integrum is in geneeskundige termen niet mogelijk, maar in menselijke wel. Als elke mens kan de HIV-patiënt zich ontwikkelen en ontplooien en kan hij groeien.

Ik hoorde dat ik seropositief ben, nu vier jaar geleden, nadat ik wegens een verkoudheid de huisarts raadpleegde.

Als weinig andere ziekten is AIDS ook een sociaal fenomeen en inzet van een politiek gevoerd debat, AIDS komt trouwens ruim aan bod in de pers, vaak op een spectaculaire, sensationele manier. Dat kleurt de maatschappelijke beeldvorming over deze ziekte. Wij huisartsen hebben niet alleen af te rekenen met de louter medische aspecten van AIDS. We moeten ons bezinnen over tal van andere vragen. Het antwoord erop zal onze omgang met het HIV, in de gestalte van patiënten, seropositieven en familieleden, vormgeven. Deze vragen willen we nu kort even overlopen.

Als ik een voordracht geef over algemene preventie, begin ik vaak als volgt: «Preventie in de huisartsenpraktijk is simpel: zij bestaat uit goede voorlichting en enkele eenvoudige opsporingsonderzoeken». Welnu, preventie van AIDS is nog eenvoudiger want zij bestaat uitsluitend uit goede voorlichting. Als huisarts komen we momenteel nog steeds zelden met een AIDS-patiënt in aanraking. Wel wordt de huisarts dagelijks geconfronteerd met allerlei andere aspecten van de AIDSproblematiek zoals ongeruste patiënten, vragen om de «AIDS-test», confrontatie met risicogedrag...