Menu

Spanningshoofdpijn (zie kader) is de meest frequente vorm van hoofdpijn. Hoewel hiermee minder vaak wordt geconsulteerd in de Vlaamse huisartsenpraktijk (www.intego.be), komt de aandoening toch voor bij 35% tot 40% van de volwassen populatie.

Het is u wellicht al overkomen. Men tracht u te overtuigen met het argument van een relatief risico van 0,5 (50%) op bijvoorbeeld overlijden bij de vergelijking van geneesmiddel A met een placebo (of geneesmiddel B). Met andere woorden, mensen die geneesmiddel A nemen, hebben maar de helft zoveel kans om te overlijden als mensen die de placebo (of geneesmiddel B) nemen.

Tot op heden werd aangenomen dat er bij kinderen een verband bestond tussen persisterende middenooreffusie in hun jonge levensjaren en latere ontwikkelingsachterstand. In een studie, besproken in Minerva, rapporteerden de auteurs eerder al dat bij kinderen met persisterende middenooreffusie en jonger dan drie jaar, onmiddellijk plaatsen van buisjes (tympanostomie) vergeleken met uitgesteld plaatsen niet resulteerde in een betere taal-, spraak- of psychologische ontwikkeling op drie, vier of zes jaar.

Een rookverbod op de werkvloer is goed voor iedereen, maar bijzonder goed voor eigenaars en personeel van horecazaken die tot zes keer meer passief rook inademen dan andere werkende mannen en vrouwen.

Dit soort duidelijke bevindingen zouden door huisartsen die veel kinderen met acute otitis media zien, moeten worden toegejuicht. Tot hiertoe was immers niet duidelijk welke kinderen met acute otitis media al dan niet baat hebben bij antibiotica.

Farmaceutische bedrijven gebruiken verschillende methodes om het voorschrijfgedrag van artsen te beïnvloeden. Het aanbieden van gratis stalen, cadeautjes en uitstapjes onder het mom van ’bijscholing‘ doen het vrij goed.

Het is de taak van de moderne arts om informatie te verstrekken over een behandeling, zodat patiënten kunnen beslissen deze al dan niet te accepteren. Maar deze informatie – gewoonlijk de voor- en nadelen – kan op veel verschillende manieren gecommuniceerd worden.

Fysieke activiteit bevordert de fitheid, wat op zijn beurt de kans op overlijden vermindert. Maar bestaat er een dosis-responsrelatie? Deze vraag is belangrijk voor artsen die inactieve mensen willen aanzetten tot meer activiteit, maar hen niet willen demotiveren door onrealistisch te zijn.