Menu

Voor mij zit een zestigjarige vrouw op een stoel aan de tafel van haar kamer in een psychiatrische inrichting. Ze spreekt traag en monotoon, zonder mimiek, en komt gelaten over, alsof ze dit verhaal al dikwijls heeft verteld. Haar intro is duidelijk en heeft geen aanzet nodig: ‘Ik heb de wens om euthanasie te plegen.’

Kan ik het anders stellen: dat ze in alle soorten komen, de patiënten? Eén bepaalde soort verdient onze speciale aandacht, met name de Zwarte Pieten. Het zijn de mensen die in een groep samenwerkende huisartsen steevast aan mekaar worden doorgegeven, met een grijns.

Hij ziet eruit als een soort B-film acteur in een Italiaans-Amerikaanse film. Zonnebril, winter zomer open hemd, dat rond zijn omvangrijke buik spant en het felle borsthaar niet verhult. Het grijze haar, lang krullend in de nek, geeft hem een zekere ‘artistiek’.

Hij lachte niet veel, hoogstens liet hij een glimlach zien. Hij was meestal wat verlegen en onderdanig, en hield zijn hoofd nu wat schuin. Die morgen lag hij al urenlang in zijn bed in hun slaapkamer, te wachten. Die uren verstreken langzaam, zodat hij tijd had om zijn leven te zien voorbijgaan, als in slow motion, met de goede maar ook pijnlijke herinneringen.

Na mijn eigen ervaringen met thuis én in het ziekenhuis bevallen nam ik me voor om als huisarts voortaan mijn zwangere patiënt en medemens beter te informeren. Welke technische prestaties zijn nodig en wat zijn de voor- en nadelen hiervan? Maar ik wou hen ook aan het denken zetten en meegeven dat ze het recht hebben om 'nee' te zeggen.

Mijn cognitieve gedragstherapeutgoeroe waar ik in een Balintcontext al lang ga, beweert dat je patiënten alleen maar kan helpen en verzorgen als je ze een beetje graag ziet. Hij heeft gelijk denk ik. Sommige patiënten zijn zo innemend, ondanks of juist omwille van hun 'guilty pleasures', dat je er als huisarts veel voor over hebt.

Soms vragen patiënten die hun celstraf uitzitten, of hun familie, dat ik hen eens ga bezoeken. Voor mij is dat een gelegenheid om die gesloten wereld van dichterbij te bekijken. Bij een van die bezoekjes heb ik ooit een kemel van jewelste gemaakt. Telkens ik Elvis zijn liedje hoor kwelen, moet ik aan mijn eigen ‘Jailhouse rock’-ervaring denken.

Een flinke verkoudheid kan al eens uit de hand lopen, niet alleen bij pati&eumlnten. Wat doe je als je als huisarts zelf ziek wordt? Wacht je rustig af of grijp je meteen naar de medicatie?

Iedere huisarts kent dat weeë gevoel, van de patiënt die zijn steekkaart opvraagt of gewoon wegblijft. Als je dan voorbij een huis rijdt, maak je scenario’s. Als je hen tegenkomt in het grootwarenhuis of op café, begin je te denken. Is er iets gebeurd? Waar heb ik gefaald of wat maakte een einde aan onze relatie? Waren ze boos of gewoon uitgekeken?

De tweedelijnsarts heeft tweemaal een voordeel: hij of zij komt later in het verhaal voor en beschikt over een techniciteit die niet zo direct of onmiddellijk voorhanden is in de eerste lijn. De huisarts doet het met het vroege deel van een verhaal, met zijn voorkennis van de patiënt en zijn omgeving, en met zijn zintuigen: tast, gehoor, zicht, en soms zelfs reuk.