Menu

Of het vaststellen van een te hoge bloeddruk in onze dagelijkse praktijk resulteert in het opstarten of intensifiëren van een antihypertensiebehandeling wordt door meerdere factoren beïnvloed. De aanwezige comorbiditeit blijkt daarbij een belangrijke factor te zijn, zo blijkt uit een recent onderzoek in zes eerstelijnspraktijken in Philadelphia (VS).

Vergelijken tussen landen kan mogelijkheden aan het licht brengen om ongelijkheden in gezondheid te verminderen. In dit onderzoek vergeleek men de grootte van de ongelijkheden in sterfte en de zelfbeoordeelde gezondheid tussen 22 landen in alle delen van Europa. De gegevens over sterfte volgens opleidingsniveau en beroepsgroep kwamen van bevolkingsstudies.

Eind 2007 werd een tweede herziening van de NHG-Standaard Virushepatitis en andere leveraandoeningen gepubliceerd in Huisarts & Wetenschap. De vorige versie dateerde van 2000.

In deze meta-analyse van observationele studies werd nagegaan wat de risicofactoren en de beschermende factoren zijn bij een hittegolf. Zes gecontroleerde studies waarbij 1 065 hittegolfgerelateerde overlijdens waren vastgesteld, werden nader onderzocht. De hoogste risicogroep werd gevormd door bedlegerige mensen en door mensen die niet zelfredzaam zijn.

Een 17-jarige adolescente wordt voor de derde keer aangemeld op een kinderpsychiatrische polikliniek omdat ze schuimrubber eet. Haar moeder is afkomstig uit Suriname. Pica of het eten van niet-eetbare zaken komt bij adolescenten en volwassenen niet veel voor.

Voor patiënten met diabetes mellitus type 2 vormen cardiovasculaire aandoeningen de belangrijkste risico’s; chronisch hartfalen komt bij deze groep patiënten frequent voor. De vraag of orale antidiabetica een stijging van morbiditeit en mortaliteit bij patiënten met chronisch hartfalen tot gevolg hebben, is dan ook een terechte klinische vraag.

Of het behandelen van 80-plussers met een hoge bloeddruk nog voordelen biedt, was onzeker. Eerder onderzoek suggereerde dat behandeling het risico op CVA zou verminderen, maar anderzijds het risico op overlijden mogelijk zou verhogen.

Patiënten raadplegen steeds meer het internet; deze bron van informatie beïnvloedt hun kennis en verwachtingen op het moment dat ze zich bij de huisarts aanbieden en op die manier beïnvloedt het ook het arts-patiëntcontact. Maar wat weten wij, huisartsen, over het internetgebruik van onze patiënten voor, maar ook na hun consult?

Er is al heel wat geschreven over het afzonderlijke effect van de verschillende onderdelen van een ‘gezonde leefstijl’ op zich, maar er is nog niet zoveel gekend over hun gecombineerd effect. In deze prospectieve cohortstudie onderzocht men de relatie tussen leefstijl en mortaliteit in een populatie uit Norfolk (VK) die gedurende gemiddeld 11 jaar gevolgd werd voor de EPIC-studie, een Europese studie naar het verband tussen dieetgewoonten en kanker.

Tabaksgebruik leidt tot een vroeger overlijden en tot een waslijst van aandoeningen bij leven: dat zijn open deuren voor elke huisarts. Adolescenten slepen hun rookgedrag vaak hun leven mee en zijn dus bij uitstek een doelgroep om rookstop te promoten, of beter: ervoor te zorgen dat ze niet beginnen te roken.