Menu

Het verhaal dat de patiënt of diens familie aanbrengt, strookt niet altijd met de ware toedracht van het (achterliggende) probleem. Redenen hiervoor zijn divers: gebrekkige kennis, ontkende emoties, verborgen motieven enzovoort. Om dan te kunnen achterhalen wat er echt aan de hand is, moet de arts een dieper gravende en meer confronterende vorm van empathie toepassen. Dit derde artikel uit de reeks over het empathische gesprek schetst aan de hand van praktische voorbeelden wat dit niveau van empathie precies inhoudt.

In dit tweede artikel van de reeks over het empathische gesprek belicht de auteur het tweede niveau van empathie, waarbij de arts de onderliggende cognities, motivaties en gevoelens van de patiënt tracht bloot te leggen. Immers, deze staan de behandeling soms in de weg. Uitdrukking geven aan wat impliciet aanwezig is in het gedrag van de patiënt kan een nieuw licht werpen op de diagnose. Bovendien wordt zodoende voorkomen dat het belevings- en verwerkingsproces van de patiënt dreigt vast te lopen.

In dit vierde en laatste artikel van de reeks Klinische logica vestigen de auteurs de aandacht op cognitieve fouten die tijdens het diagnostisch denkproces kunnen voorkomen: bij het uittekenen van een diagnostisch landschap, bij het inschatten van voorkansen of het inschatten van drempels. De auteurs formuleren een aantal praktische tips om deze fouten te leren zien en voorzien. Daarnaast zetten ze de meest essentiële punten van hun strategie nog eens op een rijtje.

De manier waarop de arts met zijn patiënt communiceert, heeft een belangrijke invloed op het herstel van de patiënt. Nochtans beschikken artsen niet altijd over de juiste communicatievaardigheden om vooral klachten met een psychosociale achtergrond op een doeltreffende manier aan te pakken. In een reeks van vier artikels belichten we het empathische gesprek. Deze basisvaardigheid is een wetenschappelijke houding die de arts aanneemt om kennis te verwerven over zijn patiënt in een ziekteproces en een juister inzicht te krijgen in wat er precies aan de hand is, om zo ook betere hulp te bieden.

In dit derde artikel van de reeks Klinische logica nemen de auteurs de overgang van diagnosestelling naar verder beleid onder de loep. Hierbij beantwoorden ze twee belangrijke vragen: (1) wanneer is de waarschijnlijkheid van een vooropgestelde diagnose op een bepaald moment voldoende hoog om zinvolle hulp aan te bieden? en (2) kan een bijkomend (para)klinisch gegeven (zoals de uitslag van een test) de beslissing om hulpaanbod op te starten, nog wijzigen? Zij reiken ons tevens handvatten aan om de beslissing tot hulpaanbod accuraat en logisch te onderbouwen.

In dit tweede artikel van de reeks Klinische logica gaan de auteurs aan de slag met één werkhypothese uit het diagnostisch landschap van de voorbeeldcasus, namelijk ‘meningitis’ (zie vorig artikel). De vraag van waaruit zij vertrekken is: hoe verhouden de bevindingen ‘koorts’, ‘hoofdpijn’, ‘niet braken’ en ‘nekstijfheid’ zich tot de werkhypothese ‘meningitis’. Ze loodsen ons mee doorheen het proces van hypotheseaftasting om ten slotte de finale nakans op meningitis te berekenen.

We staan er niet meer bij stil, maar hoe ‘denken’ artsen als ze een patiënt zien met een bepaalde klacht? Wat gebeurt er eigenlijk in hun brein? Waarom kan een diagnosestelling de mist ingaan? En hoe kan een diagnostisch landschap helpen? Dit artikel beschrijft hoe artsen vanuit een centraal aandachtspunt of niet-pluisklacht een diagnostisch landschap kunnen uitekenen en hoe ze bepaalde valkuilen uit de weg kunnen gaan.

Waarom de klinische logica? Welke behoefte vult deze nieuwe discipline in voor de huisarts? Deze inleiding op de reeks legt de nadruk op het complexe proces van de diagnosestelling en verduidelijkt de plaats van de klinische logica hierin.

Een opleidingsinstituut moet een kandidaat- huisarts zo goed mogelijk op nieuwe tendensen in de maatschappij en in de gezondheidszorg voorbereiden. Vanuit deze optiek stelde het Interuniversitair Centrum voor HuisartsenOpleiding (ICHO) het 'Profiel van de huisarts van de 21ste eeuw'; op. Hierin worden een aantal functies beschreven die sommige huisartsen nu al opnemen en waarvan wordt verwacht dat ze in de nabije toekomst zeker in belang zullen toenemen. Bij het opstellen van het 'Basistakenpakket voor de huisartsenpraktijk' werd ook in belangrijke mate rekening gehouden met deze toekomstige...

In het jubileumnummer van Huisarts Nu vorig jaar introduceerde de WVVH-Werkgroep Besliskunde een nieuwe taal en een nieuw denkkader voor medische besliskunde. Om deze begrippen daadwerkelijk te begrijpen en te kunnen toepassen, is een leerproces nodig. Het vraagt inzicht in het eigen klinisch denken, een confron­tatie met onzekerheid en verwarring en ten slotte gedragsveran­dering. De Werkgroep Besliskunde van de WVVH nam de proef op de som en confronteerde zichzelf met de nieuwe klinische logica.