Menu

Welke vaardigheden dient een huisarts in opleiding te leren? Hierover werd in de zomer van 1993 een bevragingsronde gehouden bij huisartsenstafleden, stagebegeleiders, coördinatoren en stagemeesters. Behalve een aantal vaardigheden uit de obstetrie, de neonatologie en de orthopedie vonden de meeste respondenten de ± 200 voorgelegde vaardigheden noodzakelijk of wenselijk voorde huisartsengeneeskunde. Op basis van de resultaten werd inmiddels een toetslijst opgesteld, die een nuttig instrument kan worden voor studenten en hibo’s en hun respectievelijke opleiders.

Hoe een patiënt “zin” aan zijn leven geeft en wil geven is voor een aantal medische beslissingen essentieel geworden, bijvoorbeeld bij terminale zorg, bij ethische reflecties, bij hoogtechnologische ingrepen als IVF, enzovoort. Ook de emancipatie van de patiënt streeft naar respect voorde eigen visie op ziek en gezond zijn en op de kwaliteit van het leven. Dit veronderstelt dat artsen bekwaam zijn om naar de visie van patiënten te luisteren en dit met hen, zo nodig, te bespreken. In dat geval staat de medische opleiding voor een nieuwe uitdaging.

Naast communicatietraining is er in de medische opleiding de laatste decennia meer aandacht gekomen voor de persoon van de jonge arts. Dit is ontstaan vanuit het bewustzijn dat persoonlijke omgangskwaliteiten voor de uitoefening van de medische praktijk essentieel zijn. Misschien dacht men dit vroeger ook, maar werd dit niet als een taak voor de opleiding beschouwd. Als artsen aan hun eigen persoon wilden werken, dan moesten ze dit zelf organiseren, bijvoorbeeld door middel van de Balintgroepen.

Deze tekst beschrijft oefeningen en ideeën uit de training “Communicatieve vaardigheden” zoals die aan het Centrum voor Huisartsengeneeskunde van de KU Leuven wordt gegeven. Elders in dit themanummer wordt beschreven hoe deze training in het geheel van de “Intensieve trainingsweken (ITW)” past, met name in het artikel “Consultatievoeren: een model in evolutie” (zie blz. 340-347). Hier wordt enkel vermeld dat de training zes blokken van vier uur beslaat, en altijd door een duo wordt gegeven: een gedragswetenschapper (de auteur) en één van de vier huisartsen die de “unit gesprekstraining” mee...

De structuur van het consultatiemodel is niet vrijblijvend, maar past bij een welbepaald beeld van de mens. Hierbij wordt deze als persoon gerespecteerd, maakt zoveel mogelijk zelf keuzes en neemt beslissingen. Spreken en schrijven over consultatie en consultatiemodellen kan niet in eenvoudige termen: verschillende lagen van betekenissen lopen immers door elkaar heen en beïnvloeden elkaar. De complexiteit hiervan is moeilijk onder woorden te brengen. Zo kan een “medische betekenislaag” van een “communicatieve en een antropologische betekenislaag’ worden onderscheiden. Het is interessant het...

Deze tekst is de neerslag van bijna twintig jaar ervaring in het trainen van studenten in het consultatievoeren, en is even voorlopig als het “model” zelf altijd is geweest. Het consultatiemodel dat aan de KU Leuven doorheen de jaren is gegroeid, is een integratie van gegevens uit de eigen praktijkervaring, uit het “methodisch werken”, uit allerhande trainingen, uit observaties van de studenten, en dit steeds met een uitgebreide toetsing aan de opvattingen van de andere artsen van de universitaire groepspraktijk of van andere opleiders. Zowel het model zelf als de Intensieve Trainingsweken...

Studenten opleiden betekent opties nemen voor de toekomst. Wie dagelijks met opleiding bezig is, heeft meer nog dan anderen behoefte aan modellen voor de toekomst. Jonge mensen dienen immers een bagage mee te krijgen voor de volgende veertig jaar. Niemand kan echter met zekerheid voorspellingen maken: hoe zal ons vakgebied er dan uitzien, welke noden zullen in de gezondheidszorg op dat ogenblik aanwezig zijn ?

In het eerste deel van dit artikel werden de ervaringen beschreven van één jaar experimentele opleiding van stagemeesters in Vlaanderen (zie blz.150). In april 1993, nog tijdens het eerste opleidingsjaar, werd een enquête georganiseerd om de zich ontwikkelende opleidingspraktijken, en de eerste effecten van de opleiding te bestuderen.

Meer en meer huisartsen-in-beroepsopleiding kiezen voor een stage in de praktijk van een huisarts-stagemeester. Om de kwaliteit hiervan te verzekeren, is ook de opleiding van de stagemeester zelf noodzakelijk. Het Interuniversitair Centrum voor Huisartsenopleiding (ICHO) startte daarom vorig jaar een experimentele opleiding waaraan stagemeesters vrijwillig konden deelnemen. Een groep van 26 huisartsen stelde zich kandidaat. In het eerste deel van dit artikel komen hun ervaringen aan bod. Daarna volgt in een tweede deel de bespreking van een enquête die tijdens de opleiding werd georganiseerd.

Na een artikel over mammografie en borstkankeropsporing en een tweede over fundamentele epidemiologische begrippen, sluiten we deze reeks nu af met een stuk over het kankerrisico ten gevolge van straling bij het mammografisch onderzoek. Een van de nadelen van mammografie is immers dat vrouwen gedurende het onderzoek aan een bepaalde dosis röntgenstralen blootgesteld worden. Wordt het onderzoek jaarlijks herhaald - zoals bij screening - dan ontstaat er een kankerrisico: de toenemende stralingsdosis zou op verloop van jaren een mutageen effect in het borstklierweefsel induceren. Men kan zich...