Menu

Rhinitis, rhinopharyngitis, sinusitis en bovenste luchtweginfecties zijn zeer moeilijk van mekaar te onderscheiden. Dit verklaart waarschijnlijk waarom huisartsen in deze gevallen vaak antibiotica voorschrijven terwijl het eigenlijk niet hoeft. Dit placebogecontroleerd onderzoek bestudeerde het effect van amoxicilline bij een huisartsenpraktijkpopulatie met acute bovenste luchtweginfecties en purulente rinorroe. De resultaten tonen aan dat amoxicilline geen belangrijke klinische voordelen biedt.

Dit onderzoek vergeleek comorbiditeitsgegevens van dementerenden met die van niet-dementerenden en ging na of er qua comorbiditeit een verschil bestaat tussen een geïnstitutionaliseerde populatie en een huisartsenpraktijkpopulatie. Urineincontinentie blijkt duidelijk de meest frequente comorbide aandoening bij geïnstitutionaliseerde dementerenden. In de huisartsenpraktijk komen comorbide aandoeningen als fracturen, hemiplegie, cerebrovasculair lijden, nieraandoeningen en urine-incontinentie significant vaker voor bij dementerenden.

Bovenste luchtweginfecties genezen meestal spontaan. Toch stellen we vast dat huisartsen voor deze indicatie nog al te dikwijls antibiotica voorschrijven. De gevolgen van overmatig antibioticagebruik zijn ons bekend. De nood is hoog om strategieën te bedenken die deze problematiek op een efficiënte manier aanpakken. Eén van de mogelijke pistes is ‘het uitgestelde antibioticumvoorschrift’. Deze literatuurstudie wilde nagaan of deze strategie bij respiratoire infecties veilig is en of het in vergelijking met ‘het onmiddellijke voorschrift’ ook doeltreffend is om het gebruik van antibiotica te...

Het EUROPEP-instrument is een gestandaardiseerd instrument, ontwikkeld in een internationale context, waarmee patiënten huisartsgeneeskundige zorg kunnen evalueren. In deze bijdrage wordt onderzocht in welke mate de items uit het EUROPEP-instrument relevant zijn voor patiënten in Vlaanderen, hoe patiënten huisartsgeneeskundige zorg beoordelen en wat de samenhang is tussen kenmerken van de patiënt en de evaluatie die patiënten van de huisartsgeneeskundige zorg maken.

De opinie van de patiënt wordt steeds meer erkend om de kwaliteit van de zorg te beoordelen. Deze beoordeling kan kwaliteitsproblemen aan het licht brengen en suggesties verschaffen voor kwaliteitsverbetering. De (on)tevredenheid van de patiënt is echter niet zo eenvoudig te meten. In de eerste plaats is het concept 'tevredenheid'; vaag omschreven, wat moeilijkheden kan geven bij de interpretatie van de gegevens achteraf. Daarnaast moet een bruikbaar instrument worden gevonden om de (on)tevredenheid te meten en de resultaten achteraf in de praktijk om te zetten.

Een gouden standaard om de verschillende luchtwegeninfecties van elkaar te onderscheiden bestaat niet. Door die onzekerheid verkiezen huisartsen soms om antibiotica voor te schrijven in gevallen waar dat eigenlijk niet nodig blijkt te zijn. Ook de verwachtingen van de patiënt en het niet willen verliezen van patiënten spelen een rol om toch antibiotica voor te schrijven. Dit kwalitatief onderzoek onder focusgroepen gaat na welke determinanten huisartsen hanteren bij hun diagnostische beslissing en behandeling van hoestklachten bij volwassen patiënten.

Samen met pediaters komen huisartsen het meest in aanraking met griep van alle gezondheidswerkers. Dikwijls worden ze besmet met het influenzavirus zonder dat ze last hebben van de symptomen. Zelfs als huisartsen koorts maken en respiratoire klachten hebben, stoppen ze zelden hun praktijkvoering. In beide gevallen zijn ze een bron van infectie voor hun patiënten. Uit een telefoonenquête in 1999 blijkt dat 34% van de tweehonderd betrokken huisartsen zich echter niet tegen griep laat vaccineren, vooral omdat ze denken geen risico te lopen. Leeftijd en geslacht hadden geen invloed op het...