Menu

Hoewel een elektronisch medisch dossier (EMD) de gezondheidszorg kan bevorderen, waren artsen in de Verenigde Staten traag om met het gebruik ervan te starten. Deze studie gaat na in welke mate artsen het EMD in de ambulante praktijk gebruikten, alsook hun tevredenheid over het systeem, het ingeschatte effect op de kwaliteit van zorg en de ervaren drempels bij het gebruik.

Het voorschrijfgedrag van (huis)artsen wordt nauwlettend in de gaten gehouden, met als doel zo kosteneffectief mogelijk voor te schrijven. Tot nu toe konden studies de grote verschillen in voorschrijfgedrag tussen de praktijken echter niet voldoende verklaren.

Naast het specifiek therapeutische effect van een behandeling zijn er ook contextfactoren die maken dat een behandeling min of meer zal aanslaan. Deze niet-specifieke effecten stelt men vaak gelijk met het placebo-effect.

Of het vaststellen van een te hoge bloeddruk in onze dagelijkse praktijk resulteert in het opstarten of intensifiëren van een antihypertensiebehandeling wordt door meerdere factoren beïnvloed. De aanwezige comorbiditeit blijkt daarbij een belangrijke factor te zijn, zo blijkt uit een recent onderzoek in zes eerstelijnspraktijken in Philadelphia (VS).

Vergelijken tussen landen kan mogelijkheden aan het licht brengen om ongelijkheden in gezondheid te verminderen. In dit onderzoek vergeleek men de grootte van de ongelijkheden in sterfte en de zelfbeoordeelde gezondheid tussen 22 landen in alle delen van Europa. De gegevens over sterfte volgens opleidingsniveau en beroepsgroep kwamen van bevolkingsstudies.

Eind 2007 werd een tweede herziening van de NHG-Standaard Virushepatitis en andere leveraandoeningen gepubliceerd in Huisarts & Wetenschap. De vorige versie dateerde van 2000.

In deze meta-analyse van observationele studies werd nagegaan wat de risicofactoren en de beschermende factoren zijn bij een hittegolf. Zes gecontroleerde studies waarbij 1 065 hittegolfgerelateerde overlijdens waren vastgesteld, werden nader onderzocht. De hoogste risicogroep werd gevormd door bedlegerige mensen en door mensen die niet zelfredzaam zijn.

Een 17-jarige adolescente wordt voor de derde keer aangemeld op een kinderpsychiatrische polikliniek omdat ze schuimrubber eet. Haar moeder is afkomstig uit Suriname. Pica of het eten van niet-eetbare zaken komt bij adolescenten en volwassenen niet veel voor.

Voor patiënten met diabetes mellitus type 2 vormen cardiovasculaire aandoeningen de belangrijkste risico’s; chronisch hartfalen komt bij deze groep patiënten frequent voor. De vraag of orale antidiabetica een stijging van morbiditeit en mortaliteit bij patiënten met chronisch hartfalen tot gevolg hebben, is dan ook een terechte klinische vraag.

Of het behandelen van 80-plussers met een hoge bloeddruk nog voordelen biedt, was onzeker. Eerder onderzoek suggereerde dat behandeling het risico op CVA zou verminderen, maar anderzijds het risico op overlijden mogelijk zou verhogen.