Menu

Rampenmanagement impliceert de nauwe samenwerking van talrijke instanties waaronder medische hulpverleners. In België hebben huisartsen in de regel geen welomschreven taak in rampenplannen. Toch kan een huisarts met een rampsituatie worden geconfronteerd. Reële voorbeelden hiervan zijn een brand in een rust- en verzorgingstehuis of een ernstig verkeersongeval. In deze bijdrage worden de algemene principes van de medische hulpverlening bij een ramp belicht, met hierbij extra aandacht voor de rol van de huisarts.

In de huidige samenleving worden verlies en rouw vaak angst­vallig verdrongen. Om na een verlies verder te kunnen gaan met het leven is een rouwproces evenwel noodzakelijk. Bij de verwerking moet de rouwende het verlies leren aanvaarden en de pijn bewust doorleven. Gaandeweg dient hij/zij ook opnieuw een eigen leven op te bouwen waarin niet alleen de overledene een nieuwe plaats krijgt toebedeeld, maar waarin ook plaats moet zijn voor nieuwe ervaringen en relaties.

Naast klachten die de huisarts routinematig kan afhande­len, doen zich vragen en problemen voor die zich in een grijs overgangsgebied tussen het biomedische en psychosociale situeren. Bij het zoeken naar diagnose en therapie hier­voor wordt de huisarts met verschillende dilemma's geconfronteerd. Pakt hij/zij het probleem biomedisch gericht, objectiverend en indi­vidualiserend aan of neigt hij/zij veeleer naar een psychosociaal, appellerend en contextualiserend patroon? Om niet in één van beide patronen te verstarren, is het noodzakelijk dat de huisarts zich blij­vend reflexief en beweeglijk...

Artsen krijgen in hun praktijk steeds vaker prangende ethische vragen te beantwoorden. Naar aanleiding van nieuwe genetische testen voor de opsporing van fami­liale kanker, worden in dit artikel de beperkingen van ethische beginselen als "respect voor autonomie" en "informed consent" afgetast. Nieuwe ethische vragen vereisen vaak nieuwe antwoor­den. Een mogelijk antwoord geeft J. Katz met zijn concept "psycho­logische autonomie". Valt de plicht tot conversatie waartoe hij oproept echter te rijmen met het recht van de patiënt om niet te weten?

De West Of Scotland Coronary Prevention Study (WOSCOP) wordt sterk gepromoot bij het Belgische artsencorps als een enorme doorbraak in verband met hart- en vaatziekten'. Al wie als cardioloog, lipidoloog of epidemioloog naam heeft, wordt gevraagd een (positief) ad vies te geven. Wat is de precieze waarde van dit onderzoek? Wat is de taak van de huisarts en wat kan aan de patiënten worden verteld?

Dit artikel is gebaseerd op een voordracht van prof. dr. J. De Maeseneer op de Derde Psyche-Somabijeenkomst van de Society for Psychomatic Medicine op 15 december 1995 te Gent. Het heeft niet de bedoeling een wetenschappelijk overzicht te geven van de huidige kennis rond het chronisch vermoeidheidssyndroom en/of myalgische encephalomyelitis (ME). De tekst wil meer een essayistische collage van reflecties brengen aan de hand van volgende vragen: wat is de functie van het naam-geven aan ziekten voor de geneeskunde als wetenschap en wat betekent dit benoemen voor de arts, patiënt en samenleving?

Naast relationele en psychosociale factoren wordt in de psychiatrie — opnieuw — meer aandacht geschonken aan erfelijke en bio-organische factoren als verklaring voor bepaalde ziektebeelden. Dit is ook het geval in de kinderpsychiatrie. Onderzoek met tweelingen heeft bijvoorbeeld uitgewezen dat autisme voor bijna 100% op erfelijkheid berust. Daarnaast wijst onderzoek in de neuropsychologie, - fysiologie, -anatomie en -farmacologie ook meer in de richting van bioetiologische verklaringen. Dit betekent echter niet dat psychosociale factoren over het hoofd moeten worden gezien. Deze kunnen immers...

Er is onrust in de huisartsenwereld. Op 3 december 1994 kwamen duizenden Vlaamse huisartsen samen in Gent op de "Staten-Gene­raal van de Huisartsengeneeskunde''. Het signaal op deze bijeen­komst was duidelijk: de Vlaamse huisartsen werken aan een professione­le en maatschappelijke emancipatie. De verkiezing van het Vlaams Huisartsenparlement, een eerste stap in de richting van een professionele emancipatie, heeft intussen twee zaken duidelijk gemaakt: de Vlaamse huisartsen zijn bereid hun verantwoordelijkheid op te nemen (grote par­ticipatie) en ze wensen een fundamentele heroriëntatie van het...

In een traditionele gemeenschap zijn leven en dood met elkaar verbonden. Rites en tradities koppelen het zichtbare aan het onzichtba­re, het tijdelijke aan het tijdloze. In onze samenleving is die dubbele structuur zo goed als verdwenen. De stervende heeft het hierdoor veel moei­lijker om zijn levenseinde zinvol te beleven. Professor Bemabé tracht met zijn cultureel-antropologische visie onze kijk op de palliatieve zorg te ver­rijken.

Wat is de diepere existentiële betekenis van kanker in het leven van oncologische patiënten? En wat is mijn persoonlijke existentiële ervaring doorheen mijn contacten met kankerpatiënten? Op deze twee vragen heb ik antwoorden geformuleerd vanuit mijn ervaring als algemeen arts werkzaam op een dienst oncologie en als lid van een palliatief support team (= een klein multidisciplinair team dat kan worden ingeroepen ter ondersteuning van gehospitaliseerde palliatieve patiënten, hun familie en verzorgers).