Menu

Het verslag van het symposium n.a.v. het zilveren jubileum van de vereniging van gynekologen, zet mij aan tot een aantal bedenkingen.

Vrije keuze van een arts is in onze gezondheidszorg een heilig principe.

Thuisgezondheidszorg (TGZ) als ideeëngoed geraakt meer en meer verspreid. Samenwerking is immers noodzakelijk wanneer men patiënten, die vrij intensieve zorgen nodig hebben, in een eigen vertrouwd milieu wil blijven behouden.

Dit jaar start de dienst Intensieve Zorgen UIA in samenwerking met het UIA-Huisartseninstituut met een kursus urgentiegeneeskunde. Het volgen van de cyclus geeft aanleiding tot een certifikaat.

In zijn brochure: «Het gezondheidsbeleid in België in nieuwe banen», schrijft Minister Dehaene dat op de eerste plaats de huisartsengroep zelf alles in het werk moet stellen om organisatorisch en wetenschappelijk zijn eerstelijnsfunktie als huisarts waar te maken.

Patiënten reageren soms heel verschillend op een ingreep. Heeft de ene na een onderzoek, zoals een rectoscopie of een sternumpunktie, geen klachten, dan vindt de andere het een vreselijk pijnlijke zaak, iets wat hij nooit meer mee wil maken.

Traditioneel organiseert de W.V.V.H. op 1 mei een studiedag voor de Vlaamse, en specifiek de W.V.V.H.-huisarts.

Niet vaak, maar wel indringend wordt de huisarts gekonfronteerd met het probleem van de heroïneverslaving. Aan de huisarts wordt gevraagd «iets» voor te schrijven om de ontwenningsverschijnselen tegen te gaan. In de meeste gevallen is de verslaafde enkel geïnteresseerd in het voorschriftje en heeft hij geen oren voor een andere aanpak van zijn moeilijkheden.

Nieuwe technieken binnen de geneeskunde vragen uiteraard de aandacht van de huisarts. Zo ook TAPING. Is deze techniek bruikbaar in het algemeen of blijft ze enkel beperkt tot sportmasseurs, fysioterapeuten, sportartsen?

«Thuisgezondheidszorg» kent veel mooie omschrijvingen. Ik zou het echter simpelweg als volgt willen formuleren: T.G.Z. is de gezondheidszorg die de patiënt wenst aan huis te ontvangen.