Menu

In een eerste deel hebben we een definitie gegeven van medische antropologie. We hebben kort een aantal verschilpunten genoemd tussen onze geneeskunde en de geneeswijzen die in andere culturen bestaan. Het zijn precies deze verschillen die het medisch antropologisch onderzoek zo boeiend maken en die ook de hoop rechtvaardigen dat deze wetenschap een reële bijdrage tot onze geneeskunde zal leveren. In dit tweede deel gaan we dieper in op een aantal socio-culturele factoren die ziekte en herstel beïnvloeden. We bespreken een hele reeks medisch-antropologische onderzoekingen, waarvan er een...

Het doel van deze bijdrage is het belang van culturele factoren in het ontstaan en de behandeling van ziekte, evenals in het eventuele herstel, aan te tonen. De tekst wil een inleiding zijn tot het vakgebied van de medische antropologie, hoewel heel wat onderzoek waar hier naar verwezen wordt, met door medische antropologen verricht werd Cecil Helman, een Britse huisarts en antropoloog, onderscheidt vier aspecten in het medisch-antropologisch onderzoek. — Ten eerste is het de studie van de wijzen waarop mensen in verschillende culturen het ontstaan van ziekte verklaren (de studie van...

Voor reizigers met een gekend gezondheidsprobleem is een medische raadpleging voor de afreis uiterst nuttig. De eerste vraag is of er geen contra-indicatie is voor de reis zelf, in casu vliegtuigreizen. Daarna moet men er zich van vergewissen of de levensomstandigheden in het buitenland een bestaande ziekte zullen verergeren. Meestal bestaat de raadpleging echter uit het bespreken van aanpassingsproblemen en geschikte voorzorgsmaatregelen en het voorschrijven van medicatie. De nadruk in dit hoofdstuk ligt op langdurige verblijven in de tropen.

Sommige «aandoeningen» overkomen reizigers zonder dat ze echt ziek zijn. Ze zijn niet besmet met een of ander tropisch virus en toch voelen ze zich niet goed om een reden die nauw samenhangt met het feit dat ze op reis zijn. Dergelijke ongemakken zetten we in dit artikel even op een rijtje, hoogteziekte, jet-lag, reizigersdiarree en bewegingsziekte.

Veel infectieziekten kunnen gemakkelijk met soms eenvoudige maatregelen voorkomen worden. Enkele basisthema's zijn: veilig voedsel en water, veilig zwemmen, afdoende bescherming tegen insekten, veilig seksueel verkeer en de preventie van creeping eruption.

Naast de aanbevelingen voor vaccinatie in het vorige artikel in ditzelfde themanummer, gaan we in dit aanvullende stuk in op vaccinatie-aanbevelingen voor langdurig verblijf in het buitenland. Meer bepaald de Japanse encephalitis, rabies, tuberculose en BCG, en het meningococcenvaccin komen hier aan bod, bekeken vanuit de specifieke optiek van een verlengd bezoek en niet zozeer een (door)reis.

Op een spreekuur voor reizigersadvies gebeurt het regelmatig dat mensen een dag voor hun vertrek naar het buitenland nog gauw even «hun vaccinaties komen halen». Meestal valt er wel een mouw aan te passen, maar het is toch handiger — en voor de reiziger trouwens veiliger — als de tussenkomst iets vroeger gepland wordt. Laten we de bestaande vaccinaties even overlopen.

Malaria volledig voorkomen kan momenteel niet meer, met geen enkele methode. We kunnen enkel trachten het risico op een malariaaanval zo klein mogelijk te houden. Aangezien dit risico niet meer nul is, is informatie over een correcte therapie bij een eventuele aanval onontbeerlijk in een algemeen preventiebeleid. De preventie bestaat essentieel uit drie punten: de fysische barrière, namelijk de bescherming tegen muggebeten; chemoprofylaxe, namelijk pillen innemen; de behandeling bij een eventuele malariadoorbraak.

Het reizigersverkeer neemt toe en exotische bestemmingen zijn steeds meer in trek. De huisarts zal dus sneller met «importpathologie» in contact komen. Toch blijven het sporadische contacten, zodat een grondige kennis van de tropische pathologie een nutteloze bagage zou zijn. Enkele grote lijnen van de pathologie, enkele ziektebeelden en twee of drie algoritmen kunnen volstaan om de tropische pathologie te herkennen.

De samenwerking tussen de huisarts en de maatschappelijk werker wordt meestal in het kader van TGZ besproken. De inbreng van de maatschappelijk werker beperkt zich vaak tot het oplossen van materiele problemen. Praktijkvoorbeelden wijzen echter uit dat de maatschappelijk werker vanuit zijn specifieke psychosociale invalshoek een grote inbreng kan hebben m het medische gebeuren in de eerstelijn. In dat geval is samenwerking voor alle betrokken partijen opportuun. Voor zo een samenwerking tot stand kan komen, moeten er echter heel wat hinderpalen overwonnen worden.