In het vorige deel hebben we het basisprincipe van de toets beschreven: de geobserveerde waarden (O) en de verwachte waarden (E) worden met elkaar vergeleken in de vorm van een uitkomst, de chi-kwadraat. De bekomen waarde wordt vergeleken met berekende waarden in een tabel met kritische punten van de chi-kwadraatverdelingen. Dat levert ons als besluit op: de veronderstelling dat beide variabelen onafhankelijk zijn, kan verworpen worden of niet, in het licht van een vooraf gekozen significantieniveau (meestal vijf percent of alfa = 0.05). In dit deel zullen we ingaan op enkele simpele...