Menu

Ouder worden we allemaal. In die zin behoort het tot het leven. Ouder worden kreeg evenwel de laatste decennia een negatieve bijklank. Om het functioneren van de oudere op een optimaal peil te houden, is het nodig dat de hulpverlener op de hoogte is van de mogelijke negatieve interacties tussen de fysiologische, sociale en psychologische aspecten die met dit proces gepaard gaan.

In 1975 verklaarden 23 huisartsen van het M.C.H. zich bereid deel te nemen aan een enquête met de bedoeling de mentale stoornissen bij bejaarden te onderzoeken. De resultaten van dit onderzoek werden voorgedragen door collega Vander Stappen op het S.I.M.G. kongres te Igis in september 1975. De tekst van deze voordracht verscheen reeds in het Nederlands in Wetensch. Tijdingen M.C.H. Leuven, nrs. 22 en 23 (1975) en in het Engels in «Allgemeinmedizin International General Practice » 6-1976.

Zintuigelijke handicaps vormen samen met motorische stoornissen de belangrijkste bedreiging voor de zelfstandigheid en de kommunikatiemogelijkheden van de bejaarde. De opvang van deze problematiek doet beroep op huisarts, kinesist, bejaardenhulp, verpleegster en niet in het minst de naaste omgeving. De rol van de huisarts bestaat erin, naast de specifieke medische zorgen, elke aanbreng van hulp te koördineren tot een vorm van teamwork. Hiertoe zijn planning in de verzorging en inzichten in de opdracht van de andere teamleden vereist. Deze planning en inzichten proberen te omschrijven is het...

Vooraf willen we duidelijk stellen dat het in deze bijdrage niet zal gaan over psychotherapie met bejaarden. Psychotherapie blijft voorbehouden aan daartoe opgeleide psychotherapeuten.

Ofschoon in het senium organische hersenletsels veelvuldig voorkomen, treden ons inziens ongetwijfeld affectieve stoornissen nog vaker op.

In een inleiding van een artikelenreeks over geriatrie willen we aantonen dat huisartsen veel te maken hebben met bejaarden, en dat geriatrie specifieke aspecten heeft.