Menu

In januari 2013 werd het opvolgrapport ‘Richtlijn voor goede medische praktijkvoering: Stoppen met roken’ gepubliceerd. Hoewel de medicamenteuze ondersteuning inhoudelijk wat aanpassingen kent, blijven de klemtonen en de essentie van de richtlijn ongewijzigd.

De meeste mensen stoppen met roken op zichzelf, zonder hulp van geneesmiddelen, nicotinevervangmiddelen of psychologische behandelingen. Deze stilzwijgende meerderheid wordt systematisch genegeerd door de tabakscontrolegemeenschap en door overheden die het gezondheidsbeleid uitzetten, aldus twee Australische volksgezondheidsexperts.

Rokers hebben een hoger risico om diabetes type 2 te ontwikkelen dan niet-rokers. Momenteel weten we echter nog niet of door rookstop het risico op diabetes effectief daalt. Stoppen met roken vermindert de systemische inflammatie en zou op die manier het risico op diabetes kunnen verminderen.

In het oktobernummer van de Archives of Internal Medicine verschenen vier artikels over rookstop. Roken is in de Verenigde Staten de grootste vermijdbare doodsoorzaak en ziekte, maar de preventie ervan blijft moeilijk.

Als huisartsen hebben we een reeks dreigende argumenten klaar om patiënten tot rookstop te motiveren. De risico’s zijn ons allen méér dan bekend. Een vaak vergeten kwalijk gevolg van roken is het verhoogde risico op een abdominaal aorta-aneurysma (AAA).

Een veel gehoord bezwaar om te stoppen met roken is de gewichtstoename. De relatie tussen deze bekommernis over het gewicht en de rookstatus werd voor het eerst onderzocht in een steekproef van 6 784 inwoners in Kopenhagen, Denemarken.

Een rookverbod op de werkvloer is goed voor iedereen, maar bijzonder goed voor eigenaars en personeel van horecazaken die tot zes keer meer passief rook inademen dan andere werkende mannen en vrouwen.

Aanbevelingen voor goede medische praktijk zijn richtinggevend als ondersteuning en houvast bij het nemen van diagnostische of therapeutische beslissingen in de huisartsengeneeskunde. Zij vatten voor de huisarts samen wat voor de gemiddelde patiënt wetenschappelijk gezien het beste beleid is. Daarnaast is er de agenda van de patiënt, die een gelijkwaardige partner is bij het nemen van beslissingen. Daarom verheldert de huisarts de vraag van de patiënt door een gepaste communicatie en geeft informatie over alle aspecten van de mogelijke beleidsopties. Het kan dus voorkomen dat huisarts en...