Menu

Cardiometabole ziekten zoals diabetes type 2, hartziekten en beroertes zijn in verband gebracht met een verhoogd risico op dementie, vooral wanneer ze gelijktijdig optreden. Inflammatie is een gemeenschappelijk pathofysiologisch kenmerk van zowel cardiometabole ziekten als dementie, wat mogelijk een verklaring biedt voor het verhoogde risico van dementie bij mensen met cardiometabole ziekten.

Opvolging van hartfalen is een intensief traject, waarbij op de eerste plaats de patiënt betrokken is via zelfmonitoring van lichaamsgewicht, hartslag en bloeddruk. Maar het is de huisarts of de praktijkverpleegkundige die de educatie verzorgen en de supervisie/coördinatie van de ambulante zorg op zich nemen.

Nauwkeurige opvolging van patiënten met hartfalen zorgt voor een daling van onverwachte hospitalisaties en overlijden. Maar dagelijkse monitoring van bloeddruk, hartslag, gewicht en eventueel zuurstofsaturatie vraagt veel inzet van patiënten en mantelzorgers.

De eerste weken na ontslag uit het ziekenhuis zijn een kwetsbare periode voor patiënten met hartfalen. Er is een verhoogd risico op heropname in het ziekenhuis en overlijden.

In 2020 waren er wereldwijd 1,18 miljard mensen die geregeld tabak rookten en 2,3 miljard mensen die regelmatig alcohol dronken. Twee derde van de rokers heeft het voornemen om te stoppen met roken en de helft van hen probeert elk jaar een stoppoging. Spijtig genoeg is slechts 6% succesvol in het blijvend laten van tabak, terwijl één op tien toch ten minste zes tot twaalf maanden van de sigaret kan afblijven.

Het klinisch redeneren van artsen wordt beïnvloed door cognitieve biases of valkuilen. Daar gaan we vanuit, maar grootschalig bewijs voor de invloed van deze valkuilen is beperkt.

Geneesmiddelen en andere chemische producten voor de zorg (zeep en oplosmiddelen) zorgen in Nederland voor 40% van de uitstoot van broeikasgassen en grondstoffen in de zorgsector. Het verbruik van de zorgsector in Nederland draagt voor 7% bij aan de totale uitstoot van broeikasgassen. De impact van de zorgsector verschilt per ‘effectcategorie’: klimaatverandering, grondstoffengebruik, zoetwaterconsumptie, landgebruik en afvalproductie (figuur).