Menu

Ouderen

In november 2020 bracht GSK Shingrix® op de markt, een recombinant vaccin tegen herpes zoster. Het vaccinatieschema bestaat uit twee toedieningen met een interval van twee tot zes maanden. De kostprijs per inenting bedraagt 170,26 euro. Er is geen terugbetaling voorzien, zodat een volledige vaccinatie op iets meer dan 340 euro komt.

De meermaals bekroonde podcast ‘Bob’ vertelt het verhaal van Elisa, een 84-jarige dementerende dame in een woonzorgcentrum. Elisa begint met het vertellen aan haar dochters over haar oude liefde Bob. Het is een onsamenhangend verhaal, maar Elisa is er heel stellig over. Gaandeweg wordt ook gesproken over een kindje (dat ze moest afstaan?).

Het radioprogramma ‘Zeitgeist’ op Klara maakte in samenwerking met de Vlaamse Ouderenraad een reeks over hoe we kijken en omgaan met ouderdom en het zogenoemde ‘ageism’ (ouderendiscriminatie).

De mondgezondheid bij oudere mensen is vaak ondermaats en nog meer bij zorgafhankelijke personen. Om deze problemen aan te pakken is teamwerk nodig.

Dit boek beschrijft klachten en aandoeningen die regelmatig kunnen voorkomen bij de oudere populatie van een huisartsenpraktijk. Hierbij wordt vooral de nadruk gelegd op ‘kleine kwalen’ waaraan minder aandacht wordt besteed in de geneeskundeopleiding, maar ook op specifieke problematiek die typisch kan zijn voor een oudere populatie zoals eenzaamheid.

Ouderenmis(be)handeling ontstaat sluipend; het herkennen en in kaart brengen vergt alertheid en een actieve exploratie van de arts. Het ‘Abuse Intervention Model’ helpt de complexiteit en de risicofactoren in beeld te brengen.

Een aanzienlijk deel van de hulpvragen bij de huisarts is werkgerelateerd. Dat kan gaan om een vraag naar arbeidsongeschiktheid voor banale gezondheidsklachten, waar het attest meer dan de diagnose of de behandeling de reden is voor het doktersbezoek. Maar ook meer complexe vragen komen voor, zoals fysieke en mentale klachten die verband houden met arbeidsongevallen, Repetitive Strain Injuries (RSI), problemen met de werkgever of conflicten met collega’s op het werk.

Bewoners van een woonzorgcentrum hebben doorgaans complexe gezondheidsproblemen. Samen met een multidisciplinair team staat de huisarts in voor de toenemende zorgvraag. Deze interprofessionele samenwerking vraagt om een doeltreffende communicatie. Idealiter is er voor en na een bezoek aan een bewoner een (mondelinge) overdracht van informatie tussen de huisarts en de (hoofd)verpleegkundige om tot een gemeenschappelijk gedragen plan van aanpak te komen.

De groep ouderen in onze samenleving blijft jaar na jaar toenemen. Op 1 januari 2020 telde het Vlaams gewest 2 272 843 inwoners van 55 jaar of ouder, dat is 34,3% van de bevolking.

Zintuigelijke handicaps vormen samen met motorische stoornissen de belangrijkste bedreiging voor de zelfstandigheid en de kommunikatiemogelijkheden van de bejaarde. De opvang van deze problematiek doet beroep op huisarts, kinesist, bejaardenhulp, verpleegster en niet in het minst de naaste omgeving. De rol van de huisarts bestaat erin, naast de specifieke medische zorgen, elke aanbreng van hulp te koördineren tot een vorm van teamwork. Hiertoe zijn planning in de verzorging en inzichten in de opdracht van de andere teamleden vereist. Deze planning en inzichten proberen te omschrijven is het doel van dit werkstuk.

Vooraf willen we duidelijk stellen dat het in deze bijdrage niet zal gaan over psychotherapie met bejaarden. Psychotherapie blijft voorbehouden aan daartoe opgeleide psychotherapeuten.

Bewegen zou essentieel zijn in de aanpak van risicofactoren voor chronische ziekten en verminderde zelfredzaamheid, maar welke oefeningen moeten we ons hierbij voorstellen? Geven weerstandsoefeningen of aerobe oefeningen het beste resultaat of is een combinatie van beide beter?

Of het behandelen van 80-plussers met een hoge bloeddruk nog voordelen biedt, was onzeker. Eerder onderzoek suggereerde dat behandeling het risico op CVA zou verminderen, maar anderzijds het risico op overlijden mogelijk zou verhogen.

Bij het organiseren van de thuiszorgsituatie wordt rekening gehouden met de zorgbehoefte van de dementerende bejaarde. De noden, beperkingen en wensen van de mantelzorger worden daarbij vaak over het hoofd gezien. Wanneer de thuiszorgsituatie dreigt te ontsporen, roepen mantelzorgers bovendien ook zelden professionele hulp in. Nochtans kan het inschakelen van een zorgcoördinator of de implementatie van een zorgplan de zorgsituatie aanzienlijk verbeteren. De taak van de huisarts bestaat in het verstrekken van informatie over de verschillende bestaande ondersteuningsprogramma's en het mee bepalen welk type hulpverlening het best aansluit bij de individuele zorgsituatie.

Mantelzorgers die zich engageren in een thuiszorgsituatie, hebben vaak te lijden onder een grote fysieke en psychische werkbelasting. Depressie, burn-out en stress komen voor bij 50 tot 80% van de mantelzorgers. De manier waarop zij met de zorgsituatie omgaan, is bepalend voor het succes van de mantelzorg. In dit tweede artikel wordt aandacht besteed aan de zorgcontext en de invloed ervan op de mantelzorger: welke elementen tasten zijn algemeen welzijn aan en wat verstaat men onder werkbelasting? Wat zijn de stressoren die meespelen en hoe kan de huisarts als bewaker zicht krijgen op een eventuele neerwaartse spiraal in de zorgsituatie?

Het welslagen van de mantelzorg wordt grotendeels bepaald door de manier waarop de mantelzorger de zorgsituatie percipieert en hoe hij of zij omgaat met de subjectieve werkbelasting. Het verzorgen van een dementerend familielid bijvoorbeeld kan voor de mantelzorger een zware fysieke en mentale opdracht zijn. Hoe kan hun werkbelasting worden verlicht en op welke manier kan de huisarts hiertoe bijdragen? In dit eerste artikel van een reeks wordt een antwoord geformuleerd op de volgende vragen: wie is de mantelzorger en wat zijn de taken die hij of zij op zich neemt? Wat zijn de juridische en financiële implicaties van mantelzorg en welke wisselwerking moet er bestaan tussen mantelzorgers en professionele hulpverleners?

Dhr. Vandersmissen, 82 jaar, is bewoner van een bejaardentehuis.

Wat is het effect van de afbouw van benzodiazepines bij ouderen in rusthuizen? Dat was het uitgangspunt van een onderzoek dat werd opgezet in tien rusthuizen in Gent. Naast een dubbelblind gecontroleerd klinisch onderzoek werden ook beschrijvende gegevens verzameld over de ontwenningsverschijnselen en de kwaliteit van de slaap bij de residenten. De bevindingen waren veelbelovend voor verder onderzoek. Onderzoekers moeten in de toekomst wel rekening houden met de problemen die eigen zijn aan het uitvoeren van een trial bij geïnstitutionaliseerde ouderen.