Menu
Geavanceerd zoeken

Resultaten van wetenschappelijk onderzoek vormen een belangrijke pijler voor het opstellen van aanbevelingen voor goede medische praktijk. Volgens de principes van de 'evidence-based medicine' moeten beslissingen in de aanbevelingen worden genomen op basis van het beste beschikbare bewijsmateriaal. Niet alle 'evidence' is in kwaliteit en in vorm identiek.

Dit is het tweede artikel waarin verslag wordt gedaan van een schriftelijke enquête bij 323 Vlaamse huisartsen uit evenveel groepspraktijken. In dit deel worden de werkbelasting en tijdsbesteding in groepspraktijken belicht. Uit de cijfers blijkt dat vrouwelijke huisartsen in groepspraktijken minder uren per week werken en minder patiënten zien, vooral op huisbezoek. In vergelijking met hun mannelijke collega's besteden ze meer tijd aan administratie. Van alle huisartsen in de groepspraktijken heeft 30% een andere beroepsactiviteit. Hierin is er geen verschil tussen mannen en vrouwen en ook is...

De groepspraktijk in Vlaanderen is nog steeds in grote mate een familieaangelegenheid. Uit een enquête, die op vraag van het ministerie van Volksgezondheid werd gehouden, blijkt dat 43% van de groepsleden een partner- of familierelatie met een ander lid uit de praktijk heeft. Er zijn wel indicaties dat daarin verandering komt: de groepspraktijken zonder familie- of partnerrelaties zijn immers jonger dan deze mét. Groepspraktijken in Vlaanderen zijn ook een vrouwenzaak: in de groepspraktijken is 40% vrouw terwijl dat 'slechts' 26% is in de totale huisartsenpopulatie. Dé groepspraktijk in...

Er is in de opleiding van de huisarts de laatste jaren heel veel geïnvesteerd. Tijdens de driejarige opleiding krijgen huisartsen in beroepsopleiding (HIBO) de kans om de belangrijke theoretische kaders die het vak vorm geven, in de praktijk toe te passen. Kwaliteitszorg en kwaliteitsbevordering zijn één van die theoretische kaders. Om de haalbaarheid van dit project in de praktijk te toetsen krijgt elke HIBO de opdracht om samen met zijn praktijkopleider een praktijkproject uit te werken. Beiden krijgen hiervoor ondersteuning vanuit het Interuniversitair Centrum voor Huisartsenopleiding (ICHO...

In een groepspraktijk in Antwerpen werden in februari-maart 2000 143 patiënten betrokken in een onderzoek naar het voorschrijven van statinen bij primaire cardiovasculaire preventie. Volgens de richtlijnen van de 'European Society of Cardiology' (ESC) en deze van het Nederlands Huisartsengenootschap (NHG) werd per patiënt berekend wat het absolute risico op cardiovasculair lijden in de komende tien jaar was en werd bepaald of de drempel tot het voorschrijven van statinen werd bereikt. Ook werd nagegaan of er aan de Belgische RlZIV-criteria voor de terugbetaling van statinen voldaan was. De NHG...

De publicatie van belangrijke trials in verband met statinen tijdens de jaren 1994-1998 had tot gevolg dat er nieuwe mogelijkheden kwamen om zowel in primaire als in secundaire preventie medicamenteus de evolutie van ziekten van hart en bloedvaten te beïnvloeden. Ziekten van hart en bloedvaten zijn de belangrijkste oorzaak van sterfte in het rijke westen; het zou gaan om meer dan 40% van alle doodsoorzaken.

Voor de screening naar alcoholmisbruik en -afhankelijkheid worden in het artikel van collega Aertgeerts verschillende screeningsmethoden (vragenlijsten en laboratoriumtests) met elkaar vergeleken. De resultaten worden voorgesteld door middel van grafieken met ROC-curves.

Patiënten met een drankprobleem worden door hun huisarts vaak niet herkend. Toch is een tijdige interventie van belang om de gezondheidsrisico's voor de patiënt en diens omgeving te beperken. Deze studie werd verricht op een steekproef van 1.992 patiënten ouder dan achttien jaar uit een populatie van 69 praktijken van een welomschreven regio. Men onderzocht de diagnostische waarde van verschillende vragenlijsten en laboratoriumtests in het screenen van patiënten op alcoholabusus of -afhankelijkheid. Uit de vergelijking van de verschillende screeningsinstrumenten komt de Five-Shot-vragenlijst...

Hoe goed kan de huisarts het borstkankerrisico van zijn patiënten inschatten? Deze vraag was de inzet van een onderzoek waarin aan 356 huisartsen werd gevraagd het risico van borstkanker van twee indexpatiënten (de eerste met hoog risico, de tweede met laag risico) en hun verwanten te beoordelen. Het risico in de laagrisicosituatie werd door de meeste artsen juist ingeschat. Ook de hoogrisicosituatie werd ondanks de variabiliteit in de schattingen door bijna alle artsen als dusdanig herkend. Voor de risicobeoordeling van de verwanten van de hoogrisicopatiënt was er echter geen consensus en...

Ons sociaal zekerheidssysteem is opgebouwd rond het 'invaliditeitsconcept' van ouderdom. Dit wil zeggen dat bij de bepaling van de zorgbehoefte wordt nagegaan wat de bejaarde niet meer kan en welke invaliditeit hij/ zij heeft. Deze visie is te eng en bevordert geenszins zelfzorg en autonomie. De toepassing van het concept kwetsbaarheid biedt tal van perspectieven op diagnostisch en therapeutisch vlak. Bij doelgericht medisch handelen staat kwaliteit van leven centraal. Deze concepten kunnen aansluiten bij de International Classification of Functioning (ICF) waarbij het functioneren in het...