Menu

Een groep cytologen en statistici ging in 600 Engelse praktijken na hoe de organisatie van baarmoederhalskanker-screening georganiseerd is.

Het beruchte «white paper» dat vorig jaar in Groot-Brittannië verscheen, omvat onder meer een aantal stimulerende maatregelen voor de tewerkstelling van personeel in huisartspraktijken en landelijke tegemoetkomingen voor investeringen en voor bijscholing.

Wanneer uit een onderzoek verschillende subgroepen apart geanalyseerd worden, spreekt men van subgroep-analyse. Dit is echter een werkwijze vol verborgen valkuilen, waarvan de auteur er enkele bespreekt.

Wanneer de gegevens van verschillende gepubliceerde studies bijeengebracht worden in een poging om besluiten te trekken uit het geheel, spreekt men van meta-analyse. Dergelijke studies hebben als doel een meer stabiele schatting van het effect te bereiken ofwel de verschillen tussen meerdere onderzoeksresultaten te onderzoeken om zicht te krijgen op de veralgemeenbaarheid van de resultaten.

In februari en maart 1988 deden wij een registratieonderzoek naar klachten en symptomen van patiënten met thoracale pijn en naar het gedrag van huisartsen bij deze patiënten. Hoe vaak komen deze klachten voor; welke diagnostische categorieën gaan hierachter schuil en hoe worden de klachten ingedeeld; hoe zeker is de huisarts van zijn eerste diagnose in hoeverre komt die diagnose overeen met de follow-up diagnose één tot twee maanden later geregistreerd en welke anamnestische of onderzoeksgegevens spelen een rol bij de diagnosestelling, zijn vragen waarop we een antwoord zochten.

In Engeland wordt door specialisten op dit ogenblik het gebruik van oordruppels als de meest effectieve behandeling beschouwd bij een lopend oor. In deze studie werd nagegaan wat huisartsen in feite doen bij een dergelijke patiënt.

De laatste jaren staan steeds meer technologische hulpmiddelen ter beschikking van de Engelse huisarts.

In welke mate worden huisartsen in Vlaanderen met AIDS geconfronteerd ? Hoe staan zij in hun praktijkvoering tegenover deze problematiek ? Zijn er opvallende wijzigingen of blijft alles hetzelfde ?

Uit Engelse berekeningen blijkt dat er veertigduizend uitstrijkjes nodig zijn om uiteindelijk één mensenleven te redden. De onkosten hiervan worden berekend op ongeveer 300 000 pond per gered leven. Uitgegaan wordt van de veronderstelling dat een negatief uitstrijkje nul pond waard is.

Jerome B. Franck is hoogleraar psychiaterie aan John Hopkins in Baltimore (Verenigde Staten). Hij schreef dit boek in 1961 in het Engels, wat nu voorligt is een goedkope Duitse pocketeditie.