Menu

In België is allergie ten opzichte van hymenopteragif veelal toe te schrijven aan steken van wespen (Vespula germanica, V. vulgaris) en in veel mindere mate aan steken van honingbijen (Apis mellifera) en de Europese hoornaren (Vespa crabro). Hommelsteken (Bombus spp.) zijn zeldzaam en treden meestal op door professionele blootstelling, zoals bij personeel van hommelkwekerijen en groente- en fruitkwekers die hommels inzetten voor de natuurlijke bestuiving van hun planten.

Een hymenopterasteek geeft meestal aanleiding tot milde lokale symptomen. Zeer gevoelige individuen kunnen er nochtans zelfs na enkele minuten aan overlijden. Het is dus belangrijk dat de diagnose van hymenopteragifallergie snel wordt gesteld. Maar wat zijn de klinische verschijnselen die de huisarts kunnen alarmeren? Welke diagnostische hulpmiddelen heeft hij binnen handbereik om zekerheid te krijgen? Waaruit bestaat zijn beleid en welk advies kan hij zijn patiënt geven om hymenopterasteken te voorkomen? Dit artikel geeft op al deze vragen een antwoord.