Menu

Van 13 tot 16 mei 2004 was het European General Practice Research Network (EGPRN) te gast in Antwerpen voor de 58ste EGPRN-meeting. Naar aanleiding hiervan schetste Paul Van Royen – sindsdien voorzitter van EGPRN – de evolutie van het huisartsengeneeskundig onderzoek in België. U leest hier een samenvatting.

Ook als er geen tijd te verliezen valt, is de huisarts de meest aangewezen persoon. Met deze slagzin trachtte de Wetenschappelijke Vereniging van Vlaamse Huisartsen (WVVH) vorig jaar nog patiënten te sensibiliseren om bij urgente gevallen eerst hun huisarts te raadplegen; hij kan immers in twee derde van de gevallen de gepaste hulp bieden. Nochtans hebben huisartsen het door de veranderende maatschappelijke context vaak moeilijk om de continuïteit van de hulpverlening te waarborgen en gaan ze op zoek naar andere manieren om zich te organiseren. Een mogelijke oplossing is het oprichten van...

Wanneer komt een patiënt in aanmerking voor pneumokokkenvaccinatie? Tot op de dag van vandaag bestaan hierover nog geen duidelijke richtlijnen. En het is nog even wachten op de aanbeveling voor goede medische praktijk ter zake. De auteurs van dit artikel hebben uit de literatuur criteria voor pneumokokkenvaccinatie geselecteerd en toegepast op hun patiënten. Zij onderzochten hoeveel van hen al waren gevaccineerd en hoeveel er extra werden gevaccineerd dankzij het ruiteren van hun EMD. De vaccinatiegraad bleek in hun praktijk opvallend laag in vergelijking met het Vlaamse gemiddelde.

Welke hoestremmers schrijven we het best voor aan een patiënt met hoestklachten ten gevolge van een bovenste luchtweginfectie? Aan de hand van de beproefde PICO-methodiek zoeken de auteurs in de literatuur naar de meest effectieve hoestmiddelen voor deze indicatie.

In een recente nationale enquête via de LOK-groepverantwoordelijken in het najaar van 2003, waarop ongeveer 70 % van de huisartsen antwoordde, bleek dat de LOK-werking als het meest positieve onderdeel van de hele accreditering wordt ervaren. En dit is ook terecht.

Seksueel overdraagbare infecties (SOI’s) zijn weer in opmars. Ondanks de herhaalde boodschappen voor veilige seks in de media en via andere kanalen, is er een verontrustende toename van HIV, chlamydia, syfilis en andere SOI’s. De zorgverlener die (vaak exclusief) de meeste SOI-risicopersonen ziet, is de huisarts. Hij is dus bijgevolg het best geplaatst om bij zijn patiënten gezond seksueel gedrag te stimuleren. Nochtans blijkt hij het dikwijls moeilijk te hebben om seksuele problematiek bij zijn patiënten aan te kaarten. Deze studie tracht de barrières te identificeren die een goede SOI...

De palliatieve zorgverlening hecht uitermate veel belang aan een optimale pijn- en symptoomcontrole. Wanneer orale of rectale toediening niet meer mogelijk is, gebruiken vele Vlaamse palliatieve eenheden en netwerken de Graseby MS 26 spuitdrijver. Voor de aanleg ervan bestaan echter geen standaardprocedures. Dit onderzoek wilde via participerende observatie nagaan hoe de aanleg van deze spuitdrijver nu verloopt en van daaruit een aanbeveling opstellen om de kwaliteit van de zorg te verbeteren.

Migrantenjongeren zitten gewrongen in een emotioneel spanningsveld tussen de waarden van de eigen cultuur (zoals de maagdelijkheidstandaard) en deze van de moderne westerse samenleving. Hoe moet de huisarts omgaan met deze groep patiënten als het gaat over thema’s zoals voorhuwelijkse betrekkingen, veilig vrijen, anticonceptie, preventie van SOA en aids? Dit focusgroepenonderzoek ging na hoe Marokkaanse jongeren over deze thema’s denken. De vaststellingen uit deze studie kunnen dienen om specifieke counselingprogramma’s te ontwikkelen voor deze groep van jonge islamitische migranten.

Lopen huisartsen meer kans op een symptomatische infectie dan hun patiënten? Het lijkt logisch, en toch hebben we de indruk van niet. Deze studie vergeleek de incidentiegraad van bovenste luchtweginfecties bij huisartsen en patiënten. Uit de resultaten blijkt dat huisartsen, door het veelvuldige contact met hun patiënten, sneller een hoge graad van immuniteit opbouwen. Ook regelmatige sportbeoefening zou de vatbaarheid verminderen.

Als patiënten hoesten, oorpijn en keelpijn hebben, consulteren ze meestal een huisarts. Voor deze goedaardige respiratoire symptomen krijgen ze bovendien vaak een antibioticum voorgeschreven. Als we het antibioticagebruik in Europa via interventie willen optimaliseren, dan moeten we onder meer weten hoe patiënten denken over deze luchtwegsymptomen en antibioticagebruik. Hiertoe hielden de auteurs een enquête in vier Belgische, Britse en Nederlandse huisartsenpraktijken. Het hoge antibioticagebruik in België, in vergelijking met het Verenigd Koninkrijk en Nederland, kan deels verklaard worden...