Menu

Tijdens de 10de referatendag van het VHI heb ik met volle teugen genoten van de voordracht die collega Jo Lebeer (UIA) hield onder de titel “De stethoscoop gericht op het leven ".

Een decennium geleden werd bij Koninklijk Besluit het Rust- en Verzorgingstehuis (RVT) gecreëerd. Voorheen verzorgden de huisartsen hun bejaarde patiënten, die niet meer in het eigen thuismilieu konden verblijven, in een rustoord, soms ook hospice genoemd. Dit waren gemeenschapshuizen of homes die door OCMW’s, kloostergemeenschappen of andere privaat instellingen werden uitgebaat en bestuurd. Deze organisatie was nogal vrijblijvend en weinig gereglementeerd. De personen die er verbleven, betaalden zo zij dit konden, een redelijke prijs, en zij die onvermogend waren, kregen steun van de OCMW's.

Beste Jef, Uw commentaar in Huisarts Nu van 5 mei 1992 verrast mij in zekere mate.

In het begin van de maand juni heb ik zelf op een dure escapade getracteerd: half mei was ik het allemaal wat beu.

Ruim 10 jaar geleden zag in de WVVH de "Contactgroep Eerstelijn” het levenslicht onder voorzitterschap van J. De Loof toenmalig voorzitter van het Vlaams Huisartsen Instituut (VHI). Dat er nu een heus eerstelijnsoverlegorgaan beslaat (VELO), met zijn zetel in het prestigieuze Markiesgebouw van de Vlaamse Gemeenschap, onder leiding van diezelfde J. De Loof is vooral te danken aan het loopgraven werk van de voorbije 10 jaar. Eens per maand vergadert hier een werkgroep van verpleegkundigen, huisartsen, kinesisten, apothekers, tandartsen, maatschappelijk werkers en anderen, en is het...

Naar aanleiding van het Ministerieel Besluit van januari 1992, en omwille van sporadische reacties vanwege sommige apothekers in verband met het niet terugbetalen van geneesmiddelenvoorschriften, toch enkele bedenkingen.

Geachte collega Geens, Als jarenlang lid van de WVVH ben ik toch wel wat ontstemd en verbaasd over het commentaar, in het nummer 4 van uw blad “Huisarts Nu" van 5 mei 1992, geschreven door collega De Loof: "De huisarts geprovoceerd".

Al gemerkt hoeveel uitnodigingen er de laatste tijd binnen lopen voor etentjes met collega’s?

Het voorschrijven van geneesmiddelen krijgt in de International Classification of Primary Care (ICPC) de code “-50 ”. Hierin wordt vastgelegd wat de huisarts voorschrijft en wanneer. In dit onderzoek wordt nagegaan wat er precies in die -50-code zit: welke geneesmiddelen worden met welke frequentie voorgeschreven en hoe kan de samenhang tussen contactreden, diagnose en geneesmiddelenvoorschrift worden geanalyseerd? Wat is met andere woorden de kwaliteit van voorschrijf gedrag?

Hoeveel huisartsen zijn er momenteel te veel en hoeveel verpleegkundigen zijn er te weinig? Hoeveel van de ongeveer vijftig cardiovasculaire chirurgen — in opleiding— hebben morgen zinvol werk te verrichten en hoeveel kinesisten gaan zich de komende jaren als pedicure waarmaken? Het is een bekend gegeven in de medische wereld dat een niet onbelangrijk aantal huisartsen het moeilijk heeft om de eindjes aan elkaar te knopen. Het beleid maar ook de patiënten weten dit. Dat studenten geneeskunde massaal voor een beperking van het aantal artsen zijn, is relatief nieuw. Immers, twee decennia geleden...