Menu

Geachte collega Geens, Als jarenlang lid van de WVVH ben ik toch wel wat ontstemd en verbaasd over het commentaar, in het nummer 4 van uw blad “Huisarts Nu" van 5 mei 1992, geschreven door collega De Loof: "De huisarts geprovoceerd".

Al gemerkt hoeveel uitnodigingen er de laatste tijd binnen lopen voor etentjes met collega’s?

Het voorschrijven van geneesmiddelen krijgt in de International Classification of Primary Care (ICPC) de code “-50 ”. Hierin wordt vastgelegd wat de huisarts voorschrijft en wanneer. In dit onderzoek wordt nagegaan wat er precies in die -50-code zit: welke geneesmiddelen worden met welke frequentie voorgeschreven en hoe kan de samenhang tussen contactreden, diagnose en geneesmiddelenvoorschrift worden geanalyseerd? Wat is met andere woorden de kwaliteit van voorschrijf gedrag?

Hoeveel huisartsen zijn er momenteel te veel en hoeveel verpleegkundigen zijn er te weinig? Hoeveel van de ongeveer vijftig cardiovasculaire chirurgen — in opleiding— hebben morgen zinvol werk te verrichten en hoeveel kinesisten gaan zich de komende jaren als pedicure waarmaken? Het is een bekend gegeven in de medische wereld dat een niet onbelangrijk aantal huisartsen het moeilijk heeft om de eindjes aan elkaar te knopen. Het beleid maar ook de patiënten weten dit. Dat studenten geneeskunde massaal voor een beperking van het aantal artsen zijn, is relatief nieuw. Immers, twee decennia geleden...

Betreft: de recente persuitval met betrekking tot PAP-smear en huisartsen.

Beste redactie, Gefeliciteerd met het sterke themanummer over Thuisgezondheidszorg.

Beste Collega, In verhand met de aandacht die de laatste tijd besteed wordt aan de Moerman-therapie, lijkt het mij nuttig even naar bijgaand artikeltje te kijken.

Het lijkt mij een raadsel waarom er niet meer schrijvende huisartsen bestaan. Ik bedoel dan huisartsen die boeken of boekjes schrijven, niet over geneeskunde en wetenschap natuurlijk, maar die gewoon literatuur plegen.

Zaterdagmiddag twaalf uur. De laatste patiënt van de week heeft net de deur achter zich toegetrokken. Even tijd voor reflectie en evaluatie.

Elkeen van ons, of we nu vijf of vijfendertig jaar geleden afstudeerden, herinnert zich nog hoe soms tijdens de klinische lessen patiënten werden gedemonstreerd. Voor velen was het toen de eerste maal dat zij "een echte patiënt te zien kregen". Over zin of onzin van deze didactische formule wil ik het hier niet hebben, maar wel over de gevoelens die hierbij naar boven komen.