Menu

De huisarts als gezondheidsmedewerker in een wetenschappelijk en maatschappelijk verantwoorde gezondheidszorg, vervult zijn juiste en enig mogelijke taak.

Reeds geruime tijd heeft de W.V.V.H. de specifieke problematiek van de bejaardenzorg onderlijnd.

De WVVH stelde dit jaar de jongerenwerking prioritair, en wel om verscheidene redenen.

Regelmatig wordt in de richting van de WVVH gekeken, wanneer de extra-muros debatten over aanbodsbeheersing en numerus clausus oplaaien.

De plethora in zijn totaliteit dient aangepakt, het is een realiteit. Ik weet wel, er zijn velen die zeggen, het is nu al te laat.

Meer dan 20 jaar geleden was navorming niet alleen een bekommernis; het was de aanleiding om de WVVH op te richten. Vandaag, méér dan ooit blijft de boodschap van Fons Van Orshoven aktueel: als HA zien we onze patiënten in een véél breder kader dan zijn ziekte zoals beschreven in de veelal specialistisch geïnspireerde handboeken.

Moment van bezinning: hoe wordt de WVVH gezien? Nog steeds als een bovenpool boven de huisartsen te velde of eerder als een service-organisatie ten dienste van diezelfde huisartsen?

In de recente Koninklijke Besluiten binnen het kader van de regeringsvolmachten komt een zinnetje voor dat de eerste stappen naar echelonnering van de gezondheidszorg aankondigt. Hoewel het slechts om een intentieverklaring gaat zonder konkrete voorstellen, is het een merkwaardig en belangrijk feit.

Het is mij niet bekend hoelang men reeds spreekt over de (re)valorisatie van de huisartsgeneeskunde en de eerstelijnsgezondheidszorg.

Bij de recente besparingsmaatregelen zijn er voor de zoveelste maal geen rechtstreekse initiatieven terug te vinden die een bevordering van de eerstelijnsgezondheidszorg mogelijk maken.