Menu

Oog in oog met het besparingsplan moeten mij enkele bedenkingen van het hart.

Het kan een trekje van mijn slechte karakter zijn om af en toe wat stenen in de kikkerpoel te gooien maar in ieder geval kon ik het niet laten het decembernummer (245) ’83 van Test-Aankoop anders te bekijken dan ik tot dan toe gewoon was.

We onderscheiden in dit verband twee partners, die bijzonder veel met mekaar te maken hebben, zowel wat hun herkomst aangaat als wat hun doelstellingen betreft. Aan de ene kant de universitaire HA-centra en aan de andere kant de WVVH.

Pas afgestudeerde artsen die erkend huisarts wensen te worden moeten, volgens het MB van 15.12.82, naast het volgen van specifiek huisartsenonderricht, tevens 50 uur per jaar, gedurende 2 jaar deelnemen aan groepsbijeenkomsten (seminaria) waar zij onder leiding van een stagemeester-moderator praktijkproblemen dienen te bespreken.

De huisarts als spilfiguur in een niet-verzuilde «eerste lijn».

Het is weer even stil op het verbintenissenfront. Naar buiten althans. Na de eerste luidruchtige standpuntinname in het vooruitzicht van de eindejaarsaanpassing gaat binnenskamers het aftasten, het positie kiezen en het marchanderen door.

Spreken over «beleid» impliceert dat er een beleid bestààt, dat er beleidsvoering is. Dat er een koers gevaren wordt in de richting van een bepaald doel. En laat ons nu net een keertje te vaak verweten worden dat de WVVH een beleid ontbeert, dat er geen beleidsvoering is. Dit is een onterecht verwijt.

In een onlangs verschenen dagbladartikel pleitte de voorzitter van de vereniging van Nederlandstalige gynekologen van België voor een kwaliteitsverbetering van de verloskunde.

Het verslag van het symposium n.a.v. het zilveren jubileum van de vereniging van gynekologen, zet mij aan tot een aantal bedenkingen.

Voor de Wetenschappelijke Vereniging is de bezorgdheid rond «Jongerenwerking» een vaststaande prioriteit anno ’84-’85.