Het is weer even stil op het verbintenissenfront. Naar buiten althans. Na de eerste luidruchtige standpuntinname in het vooruitzicht van de eindejaarsaanpassing gaat binnenskamers het aftasten, het positie kiezen en het marchanderen door.
Spreken over «beleid» impliceert dat er een beleid bestààt, dat er beleidsvoering is. Dat er een koers gevaren wordt in de richting van een bepaald doel. En laat ons nu net een keertje te vaak verweten worden dat de WVVH een beleid ontbeert, dat er geen beleidsvoering is. Dit is een onterecht verwijt.
In een onlangs verschenen dagbladartikel pleitte de voorzitter van de vereniging van Nederlandstalige gynekologen van België voor een kwaliteitsverbetering van de verloskunde.
Als onderwerp voor haar 29ste wetenschappelijk kongres, dat in november van dit jaar plaatsheeft, heeft het Nederlands Huisartsen Genootschap ’de samenwerking huisarts/internist’ gekozen.
Nood heeft men aan iets dat men belangrijk vindt, iets waar men zichzelf voor heeft ingezet, veel energie aan besteed, waar men waarde heeft aan gehecht, waarin men (menselijk) geïnvesteerd heeft.
Thuisgezondheidszorg (TGZ) als ideeëngoed geraakt meer en meer verspreid. Samenwerking is immers noodzakelijk wanneer men patiënten, die vrij intensieve zorgen nodig hebben, in een eigen vertrouwd milieu wil blijven behouden.