Menu

Hiv en aids blijven vaak onderbelicht, maar met Wereldaidsdag komen ze prominent in het nieuws. Ook in België is hiv nog steeds in beeld: elk jaar krijgen een 900-tal mensen te horen dat ze geïnfecteerd zijn. Ongeveer 2800 mensen die leven met hiv, worden echter niet gediagnosticeerd; jaarlijks wordt dus slechts één op vier van de niet-gediagnosticeerde hiv-infecties ontdekt.

Antibioticaresistentie is een toenemend probleem als gevolg van het onnodig en suboptimaal voorschrijven van antibiotica. Het grootste aandeel antibiotica wordt voorgeschreven in de eerste lijn. Ondanks alle inspanningen van de laatste twee decennia blijft België één van de koplopers in Europa wat het gebruik van antibiotica betreft.

Acute hoest is een van de meest frequente redenen van contact in de eerste lijn. Het is aangetoond dat patiënten hiervoor met een antibioticum behandelen weinig tot geen effect heeft (ook niet bij patiënten met comorbiditeiten) en dat het meestal gaat om een zelflimiterende lage luchtweginfectie. Nochtans krijgt meer dan 50% van deze patiënten een antibioticum voorgeschreven.

Bij de start van de Europese antibioticaweek op 12 november verdedigde dr. Marieke Lemiengre haar doctoraatsonderzoek aan de UGent over het effect van twee interventies op het voorschrijven van antibiotica bij acuut zieke kinderen. Het ontwikkelen van interventies met andere disciplines kan tot betere resultaten leiden.

Diagnostische onzekerheid kan leiden tot het overmatig voorschrijven van antibiotica bij kinderen: enerzijds is het moeilijk om virale van bacteriële infecties te onderscheiden, anderzijds voelt het ontzeggen van antibiotica aan een kind met een mogelijke bacteriële infectie verkeerd.

Geneeskunde is geen nine-to-five gegeven. In Vlaanderen voorzien spoeddiensten en huisartsen van wacht in zorg buiten de kantooruren of out-of-hours care. In sommige regio’s kunnen patiënten eveneens terecht in huisartsenwachtposten.

Migratie is wereldwijd een groeiend fenomeen. Een op vijf inwoners van de huidige Belgische bevolking is geboren met een vreemde nationaliteit. Elf procent is vreemdeling en negen procent buitenlander die Belg geworden is. Bijgevolg is het niet vanzelfsprekend dat elke patiënt in de wachtzaal onze taal beheerst. De taalbarrière die zo ontstaat tussen artsen en patiënten, kan communicatieproblemen met zich meebrengen en zo het klinisch werk ernstig bemoeilijken.

Hoe bepalend zijn opleiding of etnische afkomst in de zorg rond het levenseinde? En hoe wordt de kwaliteit van deze zorg ervaren? De kennissynthese van het Nederlandse NIVEL deed een uitgebreid onderzoek naar factoren die ongelijkheid in de palliatieve zorg kunnen verklaren.

Vroegtijdige zorgplanning is een communicatieproces tussen individuen, hun familieleden en zorgverleners waarmee competente patiënten hun toekomstige zorg en levenseindezorg kunnen plannen voor het moment dat ze zelf geen beslissingen meer kunnen nemen. Studies hebben aangetoond dat vroegtijdige zorgplanning de gesprekken over het levenseinde op gang brengt, de stress bij surrogaat beslissingsnemers doet afnemen, levensverlengende behandelingen vermindert die in strijd zijn met de voorkeuren van de patiënt en de kwaliteit van zorg bij het levenseinde verbetert.

Negen op de tien mensen die overleden zijn door suïcide, hebben ten minste één keer contact gehad met een professionele hulpverlener – vaak de huisarts – in de laatste drie maanden voor hun dood.