Menu

Kan de huisarts kwalitatieve en juist geïnterpreteerde spirometrietesten afleveren? Uit dit praktijkonderzoek, waarin de kwaliteit en de interpretatie van deze testen van een hibo met praktijkopleider, longarts en fysioloog werden vergeleken, bleek van wel. Dit betekent dat de huisarts dankzij spirometrie op een systematischere manier patiënten met obstructief longlijden kan opsporen en de behandeling beter op de diagnose kan afstemmen.

Het Diabetesproject Aalst is een verkenning naar de voorwaarden om de chronische zorg voor diabetes type 2 patiënten in ons land te verbeteren. Op basis van het Chronic Care Model werd een regionaal zorgprogramma uitgewerkt. Een belangrijk uitgangspunt is dat de huisartsenpraktijk een centrale rol heeft in de diabeteszorg en dat er maximaal wordt samengewerkt met de reguliere zorgverleners. Patiënten kunnen, op verwijzing van de huisarts, een educatieprogramma volgen.

Deze studie, in opdracht van de Vlaamse overheid, onderzocht het verband tussen het functioneren van de SamenwerkingsInitiatieven Thuiszorg (SIT’s) en de kwaliteit van zorg. Er bleek heel wat verwarring te zijn over de terminologie, de betrokkenheid van de verschillende partners en de organisatie binnen de verschillende SIT’s. Ook werd nog steeds een minderheid van de zorgbehoevenden met deze structuur bereikt. Missen de SIT’s hun doel?

Deze studie onderzocht als eerste de gevolgen van MRSA-kolonisatie in een grote, multicenter steekproef van bijna drieduizend rusthuisresidenten in België. MRSA-kolonisatie bleek een duidelijk effect te hebben op de mortaliteit van rusthuisbewoners, zij het enkel in de groep van mensen met een ernstige cognitieve stoornis. Verschillende factoren spelen hierin een rol.

Volgens de gegevens van het Limburgse Kanker Register (1996-2001) komt blaaskanker bij mannen in de regio Hasselt-Alken meer voor dan in de andere Limburgse regio’s. Een case-control studie om deze geografische cluster te verklaren onderzocht de invloed van individuele levensstijlfactoren. Beroepsblootstelling aan bepaalde stoffen, leeftijd, geslacht, roken en de interactie met fruit- en groenteconsumptie konden in verband konden worden gebracht met het risico op blaaskanker, maar een verklaring voor de geografische cluster werd niet gevonden.

Aanbevelingen voor goede medische praktijk zijn richtinggevend als ondersteuning en houvast bij het nemen van diagnostische of therapeutische beslissingen in de huisartsengeneeskunde. Zij vatten voor de huisarts samen wat voor de gemiddelde patiënt wetenschappelijk gezien het beste beleid is. Daarnaast is er de agenda van de patiënt, die een gelijkwaardige partner is bij het nemen van beslissingen. Daarom verheldert de huisarts de vraag van de patiënt door een gepaste communicatie en geeft informatie over alle aspecten van de mogelijke beleidsopties. Het kan dus voorkomen dat huisarts en...

De doelstelling van dit proefschrift was een dieper inzicht te verwerven in de epidemiologie van blaaskanker. Ondanks het feit dat dit een zeldzaam fenomeen is in de huisartsgeneeskunde, zijn er vanuit epidemiologische achtergrond toch wel wat factoren die deze aandoening kunnen verklaren.

Wat bevindt zich in de huisapotheek? Hoe wordt met medicatieresten omgegaan en hoe groot is de neiging tot zelfmedicatie? In dit onderzoek gingen laatstejaarsstudenten farmacie op huisbezoek bij een aantal apotheekbezoekers. Ze troffen relatief veel geneesmiddelen aan, vooral NSAID’s en analgetica. De meeste eigenaars waren goed op de hoogte wat de indicatie, dosering en gebruiksduur van de geneesmiddelen betrof; een groot aantal gebruikte echter ook voorschriftplichtige medicatie op eigen houtje.

Welke modellen en/of interventies voor gedragsverandering bij patiënten zijn het meest geschikt voor de huisartsenpraktijk? Het project ‘Consultvoeren en gedragsverandering’ van Domus Medica maakte uit de vele modellen een selectie en ging na welke interventies het gemakkelijkste te implementeren zijn. Hun oog viel op het transtheoretische model van Prochaska en Di Clemente in combinatie met het motivationele interview.

Steeds meer patiënten, vooral vrouwen boven de 45 jaar, maken gebruik van benzodiazepinen als slaapmiddel. Huisartsen geloven vaak te weinig dat deze patiënten hun chronisch gebruik zelf kunnen afbouwen. In deze studie, een praktijkproject in het kader van een thesis, kregen de patiënten die een benzodiazepine of ander middel als hypnoticum namen, een stopbrief toegestuurd. In combinatie met een gereduceerde dosisafbouw door de huisarts bleek deze minimale interventiestrategie wel effectief en stopte of verminderde bijna de helft van de patiënten hun gebruik.