Menu

Twee complexe en delicate onderwerpen: seksuele gezondheid bij allochtonen en de opleiding van toekomstige artsen in intiem onderzoek. Op zich zijn deze onderwerpen al de moeite waard om meer in detail te onderzoeken. Maar Kristin Hendrickx gaat nog een stap verder: zij is ambitieus genoeg om beide onderwerpen in haar proefschrift met elkaar te verbinden.

Vinden dak- en thuislozen de weg naar de gezondheidszorg in ons land? Gaan ze eerder naar de huisarts of naar de spoeddienst? En maken ze frequent gebruik van de gezondheidszorg of bestaan er te veel barrières? Omdat hierover in België geen gegevens beschikbaar zijn, onderzochten een aantal huisartsen hoe de situatie in Gent is.

Hoe bruikbaar zijn routinegegevens uit het elektronisch medisch dossier (EMD) om de kwaliteit van de zorg te meten? Uit dit kleinschalige onderzoek blijkt dat de EMD’s vaak onvolledig zijn op het vlak van de diagnose van hypertensie, diabetes en persoonlijke cardiovasculaire antecedenten. Gegevens over de medicamenteuze behandeling zijn in de dossiers vollediger, waardoor ze voorlopig een betere basis vormen om de kwaliteit van de zorg te evalueren.

Om nierinsufficiëntie op te sporen zijn verschillende parameters mogelijk. Het bepalen van serumcreatinine is niet voldoende; beter is om de ‘glomerulaire filtratieratio’ (GFR) te bepalen aan de hand van verschillende formules. Op basis van de literatuur blijkt vooral de MDRD-formule bruikbaar. Laboratoria zouden daarom ook deze formule moeten toepassen zodat de huisarts een beter zicht krijgt op de nierfunctie van zijn patiënt. Dit is nu al het geval in de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Australië.

Dit themanummer is volledig gewijd aan de huisartsenopleiding. U komt te weten hoe hibo’s hun tijd zoal doorbrengen, hoe hun praktijkproject eruitziet, hoe ze in het ziekenhuis aan hun trekken komen, wie hun praktijkopleider is en wat voor eindproef hen te wachten staat na negen jaar onderwijs: zeven jaar aan de universiteit en twee jaar aan het ICHO.

Om emotionele en gedragsproblemen bij kinderen te meten is de Child Behavior Checklist de gouden standaard. Toch kan ook de Pediatric Symptom Checklist een nuttige rol spelen in de vroegdetectie van deze problemen, vooral omdat deze vragenlijst voor de ouders gebruiksvriendelijker is. Dit onderzoek toont aan dat de Nederlandstalige versie van deze vragenlijst voor de onderzochte populatie ook voldoende betrouwbaar en valide was om in de praktijk te gebruiken.

In dit focusgroepenonderzoek werd nagegaan hoe huisartsen de therapietrouw bij hun patiënten met diabetes type 2 inschatten. Huisartsen bleken het vooral moeilijk te hebben met de groep van ‘niet te motiveren’ diabetes type 2-patiënten die, ondanks hun inspanningen, weinig therapietrouw bleven. Een gedeelde zorg en verantwoordelijkheid over de behandeling tussen arts en patiënt zou mogelijk ook deze groep diabetes type 2-patiënten kunnen overtuigen om hun ziekte en opvolging ernstig te nemen.

De rode draad doorheen deze casusreeks is de zoektocht naar een individueel aangepast beleid voor vijf herkenbare patiënten die met lagerugpijn consulteren in de huisartsenpraktijk. Richtlijnen, maar ook andere, minder voor de hand liggende informatiebronnen, geven niet voor iedere individuele patiënt een duidelijk antwoord. Zeker wat de niet-medicamenteuze aanbevelingen betreft, bestaat er weinig eenduidigheid.

Aanbevelingen voor goede medische praktijk zijn richtinggevend als ondersteuning en houvast bij het nemen van diagnostische of therapeutische beslissingen in de huisartsengeneeskunde. Zij vatten voor de huisarts samen wat voor de gemiddelde patiënt wetenschappelijk gezien het beste beleid is. Daarnaast is er de agenda van de patiënt, die een gelijkwaardige partner is bij het nemen van beslissingen. Daarom verheldert de huisarts de vraag van de patiënt door een gepaste communicatie en geeft informatie over alle aspecten van de mogelijke beleidsopties. Het kan dus voorkomen dat huisarts en...

De titel van dit proefschrift van Mieke van Driel is op zich reeds een uitdaging. Iedereen die het medische bedrijf of de gezondheidszorg kritisch bekijkt, moet vaststellen – en dit niet eens tot zijn verwondering – dat er een kloof blijft tussen de beschikbare medische evidentie en de medische praktijk. Deze kloof wetenschappelijk gaan exploreren lijkt een heikele onderneming. Met een goed kompas en een degelijke kaart lukt het misschien om er te komen.