Menu

Vooraleer praktijkopleider te worden is het goed een aantal zaken op een rijtje te zetten: ben ik bereid tijd te maken voor opleiding? Is mijn praktijk hier wel geschikt voor? Wat zijn mijn echte motieven om hibo’s op te leiden? Zal ik graag opleiden, met alles wat daarbij komt kijken? En ben ik bereid om als persoon en als huisarts af te leren en bij te leren? Zelfs al is de beslissing om praktijkopleider te worden weloverwogen, dan nog zijn er valkuilen die je niet meteen kunt voorzien. Nochtans betekent het praktijkopleiderschap, zoals we in dit getuigenis kunnen lezen, op verschillende...

In de beroepsopleiding van huisartsen is de praktijkopleider een belangrijke schakel. Praktijkopleider worden doe je dan ook niet zomaar, die keuze moet doordacht gebeuren. Er komt uiteindelijk heel wat bij kijken: je moet niet alleen gemotiveerd zijn, maar ook de nodige inspanningen leveren om, naast het ontwikkelen van de eigen vakbekwaamheid, ook agogische competentie te verwerven. Dit artikel beschrijft de educatieve theorieën die aan de basis liggen van de praktijkstage en de begeleiding van praktijkopleiders, en schetst daarnaast hoe een interuniversitaire omgeving zoals het ICHO de...

Tijdens hun tweejarige opleiding aan het ICHO kunnen hibo’s (facultatief) kiezen voor een tijdelijke stage in het ziekenhuis van minstens zes maanden tot een jaar. Nu lijkt het ziekenhuis niet onmiddellijk de ideale setting om een huisartsengeneeskundige leeragenda in te vullen. En toch zou volgens de literatuur en ervaringen binnen het ICHO deze stage een meerwaarde bieden, tenminste als ze wordt bijgestuurd. De resultaten van een enquête uit 2002 bij 30 hibo’s en een interview uit 2005 bij ziekenhuis-praktijkopleiders tonen dat er zeker nog inspanningen kunnen worden geleverd om de...

Het hiboforum is een vzw opgericht voor en door huisartsen in beroepsopleiding (hibo’s) om hun belangen op verschillende niveaus te verdedigen.

Sinds 1999 zijn praktijkprojecten een onderdeel van de opleiding tot huisarts. De bedoeling hiervan is de hibo vertrouwd te maken met kwaliteitsbevorderend onderzoek, en zo de werking van de praktijk waar hij stage loopt te optimaliseren en de zorg voor de patiënt te verbeteren. In deze evaluatiestudie werden honderd praktijkprojecten onder de loep genomen en aan de hand van een scoreformulier op een aantal kwaliteitscriteria beoordeeld. Opvallend is dat slechts zeven van de honderd iets zeggen over de betrokkenheid van de praktijkopleider, en dat de hibo’s doorgaans wel literatuur gebruiken...

De beroepsopleiding van huisartsen: wat houdt dit allemaal in voor de hibo? Hoe zit het met zijn werkbelasting? Is de vergoeding navenant? En wat vinden hibo’s zelf van het opleidingsprogramma? Om hierop een antwoord te krijgen, werd in 2004 een bevraging gehouden bij alle tweede- en derdejaarsstudenten huisartsengeneeskunde. Uit de resultaten blijkt het grootste punt van kritiek de werkbelasting te zijn. Nochtans levert het ICHO belangrijke inspanningen om voor deze jonge huisartsen de opleiding steeds efficiënter te laten verlopen, zodat zij een juist evenwicht kunnen vinden tussen werken en...

In vorig artikel (blz. 380) las u reeds dat een groepspraktijk in Hoeilaart een verschil vond in de inschatting van het cardiovasculaire risico van zijn patiënten naargelang de gebruikte risicotabel. Dit artikel brengt verslag uit van een onderzoek waarin artsen van een Antwerpse groepspraktijk het cardiovasculaire risico van hun patiënten vergeleken, na toepassing van de risicotabellen van respectievelijk de Britse richtlijnen (2000), de richtlijnen van de ‘Second European Task Force’ (1998) en die van de ‘Third European Task Force’ (2003). Uit de resultaten blijkt tussen de richtlijnen van...

Als huisartsen in groepsverband samenwerken, zorgt dat voor specifieke problemen op het vlak van registratie van gegevens in het Elektronisch Medisch Dossier (EMD). De groepspraktijk van Hoeilaart telt zes artsen die nauw samenwerken. Gaandeweg ontwikkelde ieder zo zijn eigen manier van registreren in het EMD. Het gevaar hiervan is dat gegevens over een actieve patiëntenpopulatie niet meer bruikbaar zijn voor reflectie over het huisartsengeneeskundige handelen.

Wanneer een patiënt ‘uitzichtloos en ondraaglijk lijden’ ervaart, mag hij binnen het kader van de euthanasiewet zijn arts vragen zijn leven te beëindigen, zelfs als zijn ziekte op dat ogenblik nog geen bedreiging vormt voor dit leven. Dit gegeven staat in schril contrast met de overvloed aan middelen en diensten waarover artsen beschikken om dit lijden te verzachten. In deze klinische les verhaalt dr. Lemiengre aan de hand van een casus hoe kwetsbaar en onzeker artsen en andere hulpverleners zich voelen wanneer zij met dergelijk verzoek en de uitvoering ervan worden geconfronteerd.

De demografische evolutie, de steeds kortere verblijfsduur in de ziekenhuizen, de technologische ontwikkelingen en de wens van ouderen om zo lang mogelijk thuis te blijven, hebben een belangrijke impact op de thuiszorg. Mantelzorgers spelen een cruciale rol in het mogelijk maken van de thuissituatie. Vaak worden ze bijgestaan door professionele hulpverleners. Maar hoe beleven mantelzorgers de thuiszorgsituatie? Het antwoord op deze vraag is belangrijk, als we de ondersteuning beter willen afstemmen op hun behoeften.