Menu

Deze cohortstudie onderzocht 1 109 475 Zweedse mannen van wie het intelligentiequotiënt (IQ) gemeten werd tijdens hun militaire dienst voor de leeftijd van 24 jaar. Het IQ werd gemeten met vier tests, waarbij de verbale mogelijkheden, het logisch denken, het ruimtelijk inzicht en de technische mogelijkheden in kaart werden gebracht.

Patiënten die lijden aan gegeneraliseerde angststoornissen, hebben een zware last te torsen: naast angstgerelateerde klachten zoals piekeren buiten proporties, onrust, moeheid, concentratiestoornissen, irritatie, slaapstoornissen, zijn er vaak klachten die verband houden met comorbiditeit zowel op lichamelijk als geestelijk vlak. De meest frequente geestelijke bijklacht is majeure depressie en dit in iets meer dan 60% van de gevallen.

Medewerkers van de ‘Wellcome Trust Centre for Human Genetics’ van de universiteit van Oxford, het ‘Agency for Science, Technology and Research’ (A*STAR) in Singapore en het ‘National University Health System’ (NUHS) hebben een opvallende associatie geïdentificeerd tussen een gen, CISH genaamd, en een toegenomen vatbaarheid voor verschillende infectieziekten waaronder malaria, tuberculose en bacteriëmie.

Deze studie is tot stand gekomen in het ‘HTA-programme’ van het National Institute for Health Research (NIHR), dat vergelijkbaar is met ons Federaal Kenniscentrum. Dit studiecentrum verzamelt wetenschappelijk onderbouwde data die het beleid binnen de gezondheidszorg in het Verenigd Koninkrijk kunnen helpen oriënteren.

Het Integoproject (www.intego.be) kwam al meermaals aan bod in Huisarts Nu. Terecht. Het Integoregister is in Vlaanderen wellicht de enige plaats waar men incidentiegegevens kan vinden van aandoeningen in een niet-geselecteerde eerstelijnspopulatie.

De meeste klachten waarmee een patiënt bij de huisarts komt, zijn ‘alledaags’: veelvoorkomend, niet-chronisch en niet op een ernstige aandoening wijzend. Daarbij komen nogal wat van deze patiënten vaker dan één keer op consultatie binnen eenzelfde ziekte-episode. In de meeste gevallen is er geen reden tot ongerustheid.

Patiënten met aanslepende gastro-intestinale symptomen vormen een dagelijks consultatie-ingrediënt van elke huisarts. De diagnostische afweging balanceert dan tussen functionele klachten (irritable bowel syndrome) of een onderliggende pathologie. Coeliakie vormt hierbij een moeilijke, maar belangrijke diagnose.

Dat het zien van het lichaam na overlijden een belangrijk element is om de dood van een dierbare te verwerken, is algemeen aanvaard. De meeste artsen zullen hiermee instemmen en bij twijfel de nabestaanden zelfs aanmoedigen om de dode te gaan groeten, omdat het helpt om echt afscheid te nemen en het rouwproces daarmee geholpen kan zijn.

Het huidige gebruik van de term ‘epigenetica’ binnen de biologie doelt op twee gebieden: 1) het onderzoek naar de uitwerking van genen op het fenotype bij de ontwikkeling van een organisme en 2) het onderzoek naar erfelijke veranderingen in de genfunctie zonder dat de moleculaire DNA-structuur verandert.

De voorbije twintig jaar is het bewustzijn gegroeid dat de zorg rond het levenseinde beter kan. Palliatieve zorg heeft dan ook (gelukkig maar) een duidelijke vooruitgang geboekt, samen met de ontwikkeling van initiatieven van vroegtijdige zorgplanning.