Menu

Vijf jaar geleden startte de UI Antwerpen een volledig nieuwe beroepsopleiding voor huisartsen. Nieuw was ondermeer het invoeren van het tutorship: een model waarbij de opleider (tutor) de student (pupil) persoonlijk begeleidt in zijn groeiproces tot arts. Hoe dit juist in zijn werk gaat en wat er nog kan worden verbeterd, zijn onderwerp van gesprek in dit artikel.

Meer vrouwen dan mannen studeren geneeskunde en toch dringen ze amper door tot de specialistische opleidingen. Ook in bestuurs- en beleidsfuncties zijn ze nauwelijks vertegenwoordigd. Verder blijven er nog heel wat verschillen bestaan in de uiteindelijke uitoefening van het artsenberoep. Vrouwen lijken andere keuzes te maken dan mannen. Waarom? Welke knelpunten ervaren vrouwen nog en bovenal: hoe kunnen ze worden opgelost?

Onder leiding van het Vlaams Huisartsen Instituut werd in vijf Europese landen onderzoek verricht naar preventie in de huisartsenpraktijk. Dit gaf soms verrassende resultaten. Zo wordt er overal weinig geloof gehecht aan rookstopadvies, terwijl dit juist een bewezen effect heeft. In Vlaanderen bleek de preventiekaart weinig te worden gebruikt. De aanpassing hiervan alsook een beter dossier- en tijdsbeheer zijn volgens dit onderzoek dringend nodig, wil de huisarts zijn taak inzake preventie beter opnemen.

Problemen rond seksualiteit, kinderwens, zwangerschap of abortus zijn zo complex dat vaak vele factoren over het hoofd worden gezien. Zo wordt ook de invloed van het onbewuste dikwijls genegeerd, hoewel dit juist een grote rol kan spelen, zeker bij de verwerking van een abortus. Wordt hieraan geen aandacht besteed, dan blijven schijnbaar onverklaarbare problemen zich opstapelen. Aan de hand van casussen en literatuurgegevens tracht de auteur de impact van deze onbewuste processen aan te tonen.

De keuze om zich te beperken tot de afbouw van triazolam (zoals K. Segers in zijn artikel vertelt — Huisarts Nu 1993, nummer 5. blz. 194-197), is historisch wel te begrijpen, maar op dit ogenblik niet meer zo relevant.